103
moeten zijn op een gebruik als hulpwapen der infanterie en voor
een- klein deel ook op een gebruik als cavaleriemitrailleur.
Het kenmerkend onderscheid daarbij is de mate van beweeg
lijkheid, welke de vervoerwijze toelaat.
Alle mitrailleurafdeelingen een zoodanige organisatie te geven,
dat zij zoowel bij de infanterie als bij de cavalerie gebezigd
kunnen woiden, zou voor het leger tot een onnoodig kostbare
organisatie leiden, en wel omdat voor onze cavaleriemitrailleurs
het vervoer op draagpaarden, met bereden bediening en bereden
geleidersde eenige bruikbare vervoerwijze is.
Moge het al in Europa, voor den oorlog in vlak terrein, in
sommige rijken oorbaar worden geacht de cavaleriemitrailleurs
op voertuigen (raderaffuiten) te vervoeren, zoo mag niet uit
het oog worden verloren, dat daaraan de gedachte ten grondslag
ligt, dat de mitrailleurs bij de beweging bijna uitsluitend zullen zijn
ingedeeld bij de hoofdmacht van de cavaleriedivisie (Duitschland)
of cavaleriebrigade (Engeland), waaraan zij zijn toegevoegd en
dat die hoofdmacht, welke gewoonlijk ook door rijdende artil
lerie wordt gevolgd, voornamelijk aan de wegen en voor cavalerie
gemakkelijk begaanbaar terrein is gebonden.
Alleen door draagbare mitrailleurs tè bezigen is het mogelijk
hun gebruik het meest onafhankelijk van de gesteldheid van het
terrein te maken en van hun gemakkelijke vervoerbaarheid het
meeste voordeel te trekken.
En zulk een onafhankelijkheid van het terrein moeten alle
bij het Indische leger in te voeren mitrailleurorganisatiën be
zitten, in hoofdzaak reeds omdat ze zoowel in vlak als in
bergterrein moeten kunnen worden gebezigd; de bereden mitrail
leurs in het bijzonder, omdat ze aan kleine cavalerieafdeelingen
(1 a 2 eskadrons) moeten worden toegevoegd.
Tegen een vaste monteering van de mitrailleurs op rader
affuiten bestaat bovendien het bezwaar, dat deze het karakte
ristieke voordeel der drievoetopstelling missen, nl. de eenvoudige
wijze, waarop deze voor een regelbare vuurhoogte is in te
richten (Hotchkiss-drievoet).
Een vervoerwijze als bij de bergartillerie wordt toegepast,
welke zoowel een trekken als een dragen van het vuurwapen
toelaat, zoude, zelfs wanneer daarbij een van afneembare raden