105 kostbaar zijn; onnoodigomdat, zooals reeds werd aangegeven 1), slechts in enkele gevallen hun die meerdere beweeglijkheid ten goede zal kunnen komen, en kostbaarwegens het groot aantal benoodigde rijpaarden en de duurdere paardensoort voor het dragen van het materiaal benoodigd; bovendien niet gewenscht omdat bij een dusdanige organisatie de infanteriemitrailleurs hun infanteriekarakter zouden verliezen en niet meer uit dit wapen zouden kunnen worden aangevuld, terwijl bovendien bij de opleiding van inlanders tot bereden geleiders, van welke een groote bedrevenheid in het terreinrijden moet worden ge- eischt, vele moeilijkheden zouden zijn te verwachten. Waar dus ter ondersteuning van de infanterie in het gevecht der verbonden wapens van de mitrailleurs grootere snelheid van beweging wordt geëischt, zullen de cavaleriemitrailleurs moeten worden gebezigd. Voor de vervoerwijze der infanteriemitrailleurs bij het veld leger op Java bestaat slechts de keuze tusschen het vervoer op aan de hand geleide draagbaarden en door dragers. Niettegenstaande bij het bezigen van dragers de gesteldheid van het terrein het minst van invloed zal zijn op het gebruik der mitrailleurs en deze vervoerwijze zich, wat de beweeglijkheid betreft, het best aan de infanterie aanpast, meent de commissie deze vervoerwijze beslist te moeten ontraden en wel in hoofdzaak omdat in een oorlog met een buitenlandschen vijand de te be zigen dragers militairen moeten zijn. De nadeelige uitkomsten, bij de eerste draagproeven met inlandsche fuseliers verkregen, werden reeds vermeld bij het schrijven dd° 12 October 1902. Sedert is de commissie in haar meening gesterkt, dat slechts inlandsche militairen als dragers kunnen worden gebezigd, indien zij als zoodanig geworven worden en door voortdurende oefening wordt zorg gedragen, dat zij hun geschiktheid tot dragen behouden. Hieruit zou volgen, dat niet alleen het volledig aantal dragers, benoodigd voor het vervoer van de geheele oorlogsuitrusting der mitrailleurafdeelingen, reeds in vredestijd beschikbaar zou moeten worden gehouden, maar dat daarbij tevens op een zeker percent voor mobilisatieverliezen en op een depot voor de aan vulling zou moeten worden gerekend, wilde men niet komen tot 1) Zie blz. 84.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1903 | | pagina 363