122
verband met het vorenstaande, de infanteriemitrailleurcompag
nieën aan de brigades moeten worden toegevoegd, zoodat over
hun tactisch gebruik de brigadecommandant de rechtstreeksche
beschikking heeft.
De organisatie der compagnieën moet echter een splitsing mo
gelijk maken in zelfstandige sectiën, om deze voor bijzondere
doeleinden te kunnen bezigen.
Om bevelvoering, aanvulling van personeel, verpleging, enz.
te vergemakkelijken, moeten organiek en administratief de mi
trailleurcompagnieën onder de bevelen staan van de comman
danten der bataljons, waaraan zij als 5e compagnie zijn toege
voegd.
Met het oog op de aanvulling van het personeel zullen hier
voor bij voorkeur zg. inlandsche bataljons moeten worden aan
gewezen.
Voor de organieke indeeling van de bereden mitraillews gelden
in hoofdzaak dezelfde beginselen als voor die der infanteriemi-
trailleurs, met dien verstande, dat daarbij nog minder een ver
snippering van de mitrailleurs over de eskadrons aanbeveling
verdient.
Voorts moet bij hun organieke indeeling met het tweeledig
doel hunner invoering rekening worden gehouden, waarbij niet
alleen verhooging van de gevechtskracht der cavalerie wordt
beoogd, maar evenzeer ook aan de infanterie in de bijzondere ge
vallenhierboven reeds vermeld, den steun van zeer beweeglijke
mitrailleurs te verzekeren.
Een bereden compagnie mitrailleurs van 8 Maxims wordt voor
dit tweeledig doel voldoende geacht, maar zelfs deze zoude
onze cavalerie reeds zeer in haar bewegingsvrijheid belemmeren,
indien zij voor het tactisch gebruik in haar geheel nauw aan de
cavalerie werd verbonden.
Behoudt echter de commandant van het veldleger de beschik
king over de bereden mitrailleurs onmiddellijk aan zich, dan kan
de mate waarin de mitrailleurs aan de cavalerie zullen worden
toegevoegd door de legeraanvoering, die het nut daarvan het
best kan beoordeelen, telkens naar omstandigheden worden ge-