II.
Organisatie van de infanteriemitrailleurcompagnieën.
1. Aantal mitrailleurs per compagnie.
Omtrent het aantal mitrailleursectiën, dat tot organieke een
heden moet worden vereenigd, bestaat nog geen eenstemmigheid
in de heerschende meeningen.
De groepeering van 4 mitrailleurs tot een zelfstandige orga
nieke eenheid telt de minste aanhangers. Tegenover het voor
deel van de groote beweeglijkheid staan als nadeelen, dat zij
voert tot een in verhouding tot de gevechtswaarde te kostbare
organisatie, terwijl zij te weinig gevechtskracht bezit om als
eenige mitrailleurorganisatie (d. w. z, op zichzelf) aan een leger-
afdeeling te worden toegevoegd.
Om deze redenen welke vermoedelijk er wel toe zullen heb
ben geleid, dat in Duitschland, na beëindiging der beproeving,
bij de definitieve organisatie het aantal mitrailleurs per afdee-
ling van 4 op 6 werd gebracht 1) kan die groepeering ook niet
voor de bij 'het Indische leger in te voeren mitrailleurcompag
nieën worden aanbevolen. Daarentegen blijken de groepeerin
gen van 6 en 8 mitrailleurs tot compagnieën, zooals deze resp.
thans in Duitschland en Zwitserland zijn ingevoerd, beide zeer
goed te voldoen 2).
Yoor het tactisch gebruik komt het onderscheid tusschen deze
beide groepeeringen voornamelijk op het volgende neer.
Bij de mitrailleurcompagnieën van 8 mitrailleurs verrichten
de beide pelotons (halfcompagnieën) de bewegingen op het ge-
vechtsveld elk op zichzelf en laat de compagniescommandant,
1) Zie blz. 91.
2) Omtrent de ondervinding in Rusland, met uit 8 mitrailleurs samengestelde
compagnieën opgedaan, ontbreken gegevens.