129 Aan de indeeling van de officieren ligt het beginsel ten grond slag, dat de commandanten van de pelotons (vuureenheden) met. de vuurleiding zijn belast. Bij ontstentenis van een der pelotonscommandanten valt de commandant der 2e sectie als zoodanig in en wordt deze ver vangen door een der bij de munitiepaarden ingedeelde onder officieren, voor wien wederom de sergeant-geweerhersteller als reserve fungeert. De commissie heeft gemeend niet het voorbeeld der meeste bui-- tenlandsche organisatiën te moeten volgen, waarbij per twee mi trailleurs (sectie) een luitenant is uitgetrokken 1). Een even ruime encadreering aan officieren als bij de artillerie wordt geëischt houdt, naar hare meening, niet voldoende rekening met de geringere gevechtswaarde der mitrailleurs in verhouding tot het geschu^ Wel moet per sectie verstandelijk goed ontwikkeld kader voc het toezicht op de bediening en op de uitvoering van de door de vuurleider gegeven bevelen 2) worden uitgetrokken, maar dit toe zicht (vuurcontröle) vereischt niet de kundigheden van een officier en moet aan een Europeesch onderofficier kunnen worden toe vertrouwd. Wordt dus voor het vuurgevecht niet de indeeling van een luitenant per 2 mitrailleurs vereischt, evenmin is dit noodig voor den dienst in het algemeen bij de compagnie, daar noch het personeel bij het peloton (55 minderen, waaronder 11 ge gradueerden), noch het aantal paarden (oorlogssterkte 27) zoo talrijk is, dat het toezicht op het beheer en de oefening een te zwaar commando voor een len luitenant zou zijn. Een voor deel van de voorgestelde organisatie is dan ook, dat op doelmatige wijze rekening kan worden gehouden met hetgeen hierboven omtrent het „officierscommando" werd opgemerkt. Uitgaande van het beginsel, dat de gevechtstaak der mitrail leurluitenants in de eerste plaats de vuurleiding is, moet het aantal luitenants per compagnie er dus op berekend zijn 1) De Zwitsersche organisatie is de eenige, waar dit tot nog toe niet het geval is; de kapitein Ch. Sarasin, commandant der 1emitrailleurcompagnie, toont zich echter in zijn artikel in de »Revue Militaire Suisse" van 1902 een voor stander van een ruime indeeling van officieren. 2) o. a. is het nagaan van de juiste opvatting van het aangewezen doel van groot gewicht. 9

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1903 | | pagina 387