30
Dr. Molengraaff schrijft mij
Boor ons bureau kregen de betrekkingen van personen, wien iets
was overkomen, meestal binnen 24 uren een geheel vertrouwbaar
bericht. Be gedrukte, voorloopigelijsten verschenen meestal binnen
2 a 3 dagen na een gevecht.
Bese voorloopige berichten werden ten spoedigste door volgende,
verbeterde, aangevuld, en binnen weinige dagen verscheen dan eene
absoluut juiste mededeeling.
Prof. Molengraaff zond mij als voorbeeld toe eene finale lijst
van de gevechten langs de Tugela (en Spioenkop), die wel als
een goed voorbeeld kan dienen, omdat de inlichtingen verza
meld zijn onder moeilijke omstandigheden, en er, naar ik geloof,
in deze finale lijsten geene fouten meer zijn.
Deze lange lijsten bevatten nu allereerst de opgave der
nummers der vroegere lijsten deze gevechten betreffende, en
weike dus door deze, waar noodig, aangevuld en verbeterd wer
den. Deze finale opgave is gedateerd van 21 Februari 1900,
dus nog geen volle maand na de plaats gehad hebbende ge
vechten (17 tot en met 26 Januari 1900) en bevat alle opgaven
voor de betrekkingen van den overledene van belang, zoo ook
de plaats, waar het lijk begraven is, en c. q. de opgave van
het hospitaal, waar hij overleden is; bij direct sneuvelen: wie
het lijk herkend heeft enz.
De nauwkeurigheid dezer opgave wekt te meer bewondering,
doordat er steeds zoovele burgers met een zelfden naam op
voorkomen.
Bovenstaande mededeelingen geven, naar ik hoop, een hel
der inzicht in den werkkring van het informatiebureau, en
de accuratesse, welke bereikt werd door de min of meer „bu
sinesslike" wijze, waarop het werkte. Dit laatste natuurlijk
als lof, want het behoeft geen lang betoog, dat eene dergelijke
snelheid in afdoening van zaken alleen bereikt kan worden,
doordat gebruik gemaakt werd van alle hulpmiddelen, die het
moderne handelsverkeer te zijner beschikking stelt. Wij allen
weten, kunnen het althans weten, dat in staten met een langer
verleden achter zich, om maar met Nederlandsch-Indië te be
ginnen, de conventioneele en conservatieve inrichtingswij ze der
gouvernementeele bureaux en rijksinstellingen het groote strui-
