Bijlage No. 1. C B. 44/99. CIRCULAIRE. Aan Commandanten en Yeldcornetten van de strijdmacht der Z. A. Republiek. Gouvernementskantoor Pretoria, 7 November 1899. WelEd.Heer. De inlichtingen, die aan de Regeering en aan familieleden worden gezonden omtrent onze dooden en gewonden, zijn gehee onvoldoende en het is de wensch van den Commandant-Gene raal dat een methode worde gevonden om daarin verbeteiing te brengen. Daarom heeft de Regeering goed gevonden een informatiebureau daarvoor in te richten, dat, met instemming van het Hoofdbestuur van het „Roode Kruis", een deel van he „Roode Kruis" zal uitmaken. Dit informatiebureau moet van alle slagvelden zoo snel mogelijk aan de Regeering en aan familieleden berichten zenden omtrent gewonden en gesneuvelden. Om dat mogelijk te maken is het noodzakelijk, dat ieder strijder steeds een kaart bij zich drage, waarop zijn naam en het adres van zijn familie vermeld staan. Yooral is dit van het grootste belang in geval onze mannen gewond of gedood in handen van den vijand mochten vallen. Niemand in het vijandelijke kamp kent hunne namen en zij dragen niets bij zich, waaruit hun naam blijkt. Na den slag bij Elandslaagte kregen wij omtrent enkelen van onze dooden en zwaar gewonden slechts de informatie: „een Boer, ongeveer zoo oud". Het is van het grootste belang, met het oog op wellicht latei door de Regeering uit te keeren pensioenen aan weduwen van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1903 | | pagina 41