167 munitiepaarden onmisbaar, dan kan in elk geval met een veel lichter tuig dan dat der mitrailleurponies worden volstaan. Het voor de draagpaarden der infanteriemitrailleurcompagnieën vervaardigde tuig, bestaande uit: borstriemhalsriem, broek en staartriemweegt totaal slechts 1.30 K.G., terwijl de uit Europa ontvangen gelijknamige tuigdeelen te zamen 4.20 K.G. wegen. Een voordeel van het hierboven beschreven zadeltype is, dat daarbij gemakkelijk 1 of 2 munitiekistjes kunnen worden afge nomen, zonder het evenwicht der belasting te verbreken, en ook dat de bepakking ter zijde van het paard weinig uitsteekt (zie Bijlage VII). De bepakking en inrichting der caissons vereischen slechts weinig toelichting. Daar per sectie slechts één patroonbandvuller wordt medege nomen, mogen de beide tot een sectie behoorende patrooncaissons niet gescheiden worden. Doelmatig zal het zijn op de caissons een zitplaats aan te brengen, zoodat desgewenscht één man per caisson kan worden medegevoerd. Voor het geval het wenschelijk is, ter vermindering van den nasleep, de voorraadcaissons bij den bagagetrein in te deelen, zullen de kreedekken op de patrooncaissons moeten worden mede gevoerd, waarmede bij de inrichting dezer voertuigen rekening moet worden gehouden. 7. Becruteeringopleiding en aanvulling van het personeel. Voor de recruteering, opleiding en aanvulling van het personeel gelden overeenkomstige beginselen, als voor de infanteriemitrail- leurs werden aangegeven. Zeer beslist zal de recruteering uit de cavalerie moeten geschieden. Een nadeelige factor, waardoor de aanvulling van het personeel voor de cavalerie meer bezwarend zal zijn dan voor de infanterie die van het personeel der infanterie- mitrailleurs, is, dat ook voor de geleiders goedezoo niet de beste krachten aan inlandsche cavaleristen benoodigd zullen zijn. 8. Bemonteering Wat de bij de bereden mitrailleurcompagnie te bezigen draag paarden betreft, meent de commissie, dat, in verband ook met

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1903 | | pagina 425