182
Ter voorkoming van verwarring, zal het raadzaam zijn de
voertuigen met mitrailleurmunitie van een herkenningsteeken
(vlag of lantaarn) te voorzien.
6. Opleiding van geweer her stellers.
De commissie stelt zich voor, dat aan de bij de mitrailleur
compagnieën in te deelen geweerherstellers lang niet dezelfde
eischen van technische bedrevenheid behoeven te worden gesteld,
welke voor de geweermakers gelden.
Voldoende zal het zijn aanvankelijk een zeker aantal militairen,
welke van huis uit eenigermate met het geweermakers- of eenig
aanverwant vak bekend zijn, aan de Geweermakersschool een
cursus te doen doorloopen in het verrichten van de meest voor
komende kleine herstellingen. Zooals reeds in het voorgaande
bleek, is het de bedoeling dat de geweerherstellers tevens in de
compagnie, voor zooveel zulks niet met hun eigenlijke taak in
strijd is, den dienst verrichten aan hun graad verbonden; hun
hoofdwerkzaamheid blijft echter het toezicht op het materieel,
waarbij zij den daarmede te belasten mitrailleurluitenant ter
zijde staan.
Groote herstellingen, welke, gelet op de ruime uitrusting aan
reserve- en verwisselstukken, wel-hoogst zelden het in reparatie
geven van den mitrailleur of den drievoet zullen noodig maken,
moeten in de geweermakersateliers of aan de Geweermakersschool
geschieden.
Door de indeeling van reparateurs bij de compagnieën wordt
tevens vermeden, dat het personeel bij genoemde inrichtingen
moet worden uitgebreid.
7. Aanvulling van de administratieve reglementen
bepalingen en tarieven.
Uit den aard der zaak zal de invoering van geheel nieuwe
organisatiën een aanvulling van de voor het leger bestaande
administratieve bepalingen noodig maken.
De commissie meent te kunnen volstaan met hier in het bij
zonder de aandacht te vestigen op de regeling van de soldij van
het bedieningspersoneel, omdat zij in verband met hetgeen reeds
omtrent den dienst bij de mitrailleurcompagnieën werd opge
merkt en de hoogere eischen, welke aan dat personeel moeten