D. NASCHRIFT. 1. Nader onderzoek naar de oorzaken van de gebrekkige werking der Skoda-mitrailleurs. Door de schietproeven te Batoe-djadjar was aan het licht gekomen, dat de bij den Skoda-mitrailleur voorkomende hape ringen meestal ontstonden ten gevolge van het niet behoorlijk navallen der patronen in den trechter en het beklemd raken der eerste tusschen kast en aanbrenger (zie blz. 36). Voorts was ge bleken, dat die mitrailleur, wanneer hij nauwkeurig nagegaan en weder geheel in orde gebracht was, een honderdtal schoten ach tereen in snelvuur kon doen, doch daarna weder snel in bruik baarheid afnam en niet meer dan een 30-, hoogstens 60 tal scho ten zonder stoornissen afgaf, en zulks zonder dat het der com missie, trots alle moeite, mocht gelukken iets bijzonders aan den mitrailleur of zijne onderdeelen te bespeuren, uitgenomen de tel kens ontstane gleuven in het slot (zie blz. 43). Nadat dan ook nog een zeer onvoldoende werking werd ver kregen, zelfs toen de mitrailleur op eene bedding was vastge zet (zie blz. 25) en de patronen in den trechter werden nagedrukt, meende de commissie te mogen besluiten, dat de gebrekkige werking een gevolg was van aan het stelsel klevende technische en constructieve gebreken (blz. 65 e.v.), in verband waarmede de Skoda-mitrailleur niet voor eene invoering als veldvuurwapen in aanmerking kon worden gebracht. Bij een op den 2en Februari gehouden proef, nadat de mitrail leur weder volkomen hersteld was, werd toevallig een ander merk munitie gebezigd (P. W. 1-02) dan voor de proeven in het algemeen gebruikt was en konden eenige honderden patronen in verschillende vuursnelheden zonder haperingen worden verscho ten, terwijl onmiddellijk daarop met het voor de proeven ge-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1903 | | pagina 457