200
bruikte munitiemerk (Ned. 10-99) wederom eene zeer slechte
werking werd verkregen.
Hierdoor kwam de commissie op het denkbeeld, dat mogelijk
eigenaardigheden van de voor de eigenlijke schietproeven gebe
zigde munitie oorzaak konden zijn van de veelvuldig opgemerkte
stoornissen, en deze gedachte won nog aan waarschijnlijkheid,
toen bleek dat alle 6 Skoda-mitrailleurs met her munitiemerk
P. W. 1-02 vrij goed werkten. Dat aan deze mogelijkheid niet
eerder was gedacht, is toe te schrijven aan de omstandigheid,
dat voor de vergelijkende proeven met de 3 mitrailleurtypen
billijkheidshalve slechts één en hetzelfde munitiemerk was ge
bezigd.
De commissie, die intusschen inzage had gekregen van het
schrijven van den Minister van Koloniën dd. 9 December 1902
Kabinet La. C. 17/ No. 100 o m. inhoudende, dat van de ter
onderlinge beproeving uitgezonden mitrailleurs van verschillende
vinding, in mindering van hetgeen in dat opzicht nog noodig
zou zijn, een oordeelkundig gebruik moest worden gemaakt be
sloot de hierboven genoemde mogelijkheid nader te onderzoeken,
om na te gaan in hoeverre de Skoda-mitrailleur, zooal niet voor
veldvuurwapen, dan toch voor de verdediging van vaste posten
in aanmerking zou kunnen komen.
Tevens werd besloten, ter vermijding van omvangrijke wijzi
gingen in het eigenlijk verslag, de uitkomst van dat nader on
derzoek als „Naschrift" op het verslag te doen volgen.
Aanvankelijk werd gemeend, dat het voldoende zou zijn met
de 6 mitrailleurs in de verschillende vuursnelheden enkele
merken munitie, zoowel van Nederlandsche als Indische confectie,
door korte seriën te beproeven.
Uit de verkregen gegevens was echter geen bepaalde con
clusie te trekken, omdat niet de minste regelmaat viel op te
merken in aantal en duur der haperingen bij de onder zooveel
mogelijk gelijke omstandigheden afgegeven series.
Om na te gaan of buitengewone afmetingen van de huls mis
schien oorzaak van de stoornissen konden zijn, was bij deze
proef van eenige patronen, die niet behoorlijk nagevallen of
tusschen aanbrenger en kast beklemd geraakt waren, de mid
dellijn der huls op 2 c.M. van den bodem opgemeten en bevon-