Bijlage No. 4_ INSTRUCTIES voor inspecteurs en medewerkers van het informatie bureau van het Roode Kruis, zooals vastge steld op 12 December 1899. 1. Allen, die in dienst zijn van het informatiebureau van het Roode Kruis, moeten, zoowel op reis, als in de lagers of op het slagveld, geheel ongewapend zijn en hun insigne van het Roode Kruis dragen. 2. Inspecteurs zijn de tusschenpersonen tusschen het bureau te Pretoria en de andere medewerkers en de laatsten hebben de eersten te gehoorzamen. Waar geen inspecteurs aanwezig zijn, staan de medewerkers direct in verbinding met het buréau te Pretoria en ontvangen zij hun instructies van daar. 3. Zoodra onze medewerkers in een lager of bij een com mando aankomen, moeten zij zich terstond bij den commandant of diens plaatsvervanger aanmelden, en door vertoon van hun certificaat aantoonen, dat zij wettig in dienst zijn van het Roode Kruis. Wanneer zij een lager of commando verlaten, moeten zij den commandant of diens plaatsvervanger kennis geven. 4. De identiteitskaarten moeten volledig (met naam en. voornaam) in tegenwoordigheid van hun houders ingevuld wor den en aan geen ander dan den betrokken persoon (nimmer aan een tusschenpersoon) worden overhandigd. Tegelijkertijd moeten de registers gelijkluidend in duplo worden ingevuld, waarna de geperforeerde bladen zoo spoedig doenlijk worden opgezonden aan het Hoofdbureau te Pretoria. o. Duidelijk schrift, zoowel op de kaarten als in de registers,, is een hoofdvereischte. 6. De plaats van onze medewerkers moet zooveel mogelijk,, en gedurende een gevecht in ieder geval, in de nabijheid vun een ambulance zijn. 7. De medewerkers moeten, zoo zij in verband met art. 8-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1903 | | pagina 46