219
Affuiteering.
Laadwijze.
Munitieuit
rusting per
mitrailleur.
Organieke in
deeling.
Toelichtingen.
Bij de af-
deeling.
Bij den mu-
nitietrein.
ratuur aanbevolen organisatiën.
(1) Voorstel tot organisatie van
mitrailleurafdeelingen bij het
Oostenrijksche leger, voorko
mende in Streffleur's Oesterr.
Mil. Zeitschrift April 1902.
(2) vierspannige voertuigen.
(3) tweespannige voertuigen.
(4) De veldmitrailleurafdeeling
wordt wanneer noodig in een
bergmitrailleurafdeeling ge
reorganiseerd door de paarden
van de pakpaardgeleiders en
de munitiedragers met muni
tie, vivres en bagage te be
pakken en de op de munitie
voertuigen gezeten reserve
manschappen als geleiders van
de oorspronkelijk als rijpaard
gebezigde paarden intedeelen.
Bediening en geleiders gedeel
telijk te voet. Op deze wijze
worden per mitrailleurgroep
32 draagpaarden meer verkre
gen, tegen een vermindering
van 40 rijpaarden; 8 rijpaar
den worden nl. als reserve-
draagpaarden bij den G. T.
ingedeeld.
mitrailleur met
drievoet op 1
draagpaard.
als boven.
Eén mitrailleur-
groep per cava
leriedivisie, in 2
afdeelingen over
de brigades ver
deeld.
als boven.
(1) Zie Revue Mil. Suisse 1902
Nos. 2 en 3.
(2) nl. 1 kapitein, één 1» luit., 4
2® luit. en 1 paardenarts.
(3) 1 opperwachtmeester, 1 fou-
rier, 4 wachtmeesters, 12 kor
poraals, 1 korporaal-repara
teur.
(4) tweespannig voertuig.
(5) waarvan één tweespannig en
één vierspannig.