40 15. Van de personen, die voor de uitreiking der identiteits kaarten gesneuveld of gekwetst zijn of ziek zijn geworden, moet zoo spoedig mogelijk eerst telegrafisch en daarna schriftelijk eene lijst worden gezonden. 16. Eene lijst moet worden gemaakt van alle Engelsche ge wonden, door ons gevangen genomen, en van alle Engelsche gesneuvelden, door ons hegraven. Deze lijst moet geregeld wor den bijgehouden en hiervan telkens bericht gezonden. 17. Strijders, wier kaarten verloren of in het ongereede moch ten zijn geraakt, kunnen nieuwe kaarten krijgen, waarop door de inspecteurs of medewerkers het nummer van hunne oorspronke lijke kaart schriftelijk wordt ingevuld. Van zulke kaarten moet een afzonderlijk register in duplo worden gehouden en een lijst moet aan het Hoofdbureau worden opgezonden. 18. Door deze instructies vervallen de vroeger op 7 November 1899 gegeven instructies. Pretoria, 12 December 1899. (get.) Dr. G. A. F. Molengraaff. Hoofd van het informatiebureau.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1903 | | pagina 48