249 over te gaan tot de vorming van 2 afdeelingen elk a 6 mitrail- i leurs (2 van iedere soort). 6°. Nog tijdens de eerste opleiding van kader en manschappen worden, zoodra daartoe over voldoend gevormd personeel kan worden beschikt, op het schietterrein te Meester-Cornelis schiet proeven met de verschillende soorten van mitrailleurs gehouden. Yoor het houden dier schietproeven wordt een programma op gemaakt. Blijkt het niet mogelijk alle noodig geoordeelde schiet proeven te Meester-Cornelis te nemen, dan behooren deze te Batoe-djadjar te worden voortgezet. Bij het ontwerpen van het programma, hierboven bedoeld, zal door de commissie nader wor den overwogen of, en zoo ja, in hoeverre ballistische en tech nische proeven kunnen samengaan. 7e. Aangenomen dat inmiddels ook de schietproeven althans in hoofdzaak beëindigd zijn, worden van af het tijdstip, waarop tot de vorming van 2 mitrailleurafdeelingen kan worden overgegaan, (zie sub 5ehiervoren) met deze afdeelingen geheel zelfstandig, dus buiten verband met andere troepen, oefeningen gehouden in den omtrek van Meester-Cornelis en Batavia, ter beoordeeling van al datgene, wat geacht kan worden met het tactisch gebruik der mitrailleurs in verband te staan en ter verdere opleiding van het personeel voor den dienst bij de afdeeling. Yoor deze oefeningen, waarvoor eveneens een programma wordt ontworpen, behooren telkens wanneer de commissie dit noodig oordeelt de noodige draagpaarden (c. q. ook geleiders) te harer beschikking te worden gesteld. Tijdens deze eerste oefeningsperiode in het terrein is ook de tweede mitrailleurafdeeling ingedeeld bij het lle Bat. inf. 8". Acht de commissie beide mitrailleurafdeelingen voldoende in het terrein geoefend om met vrucht te kunnen deelnemen aan de oefeningen in verband met andere troepen, dan wordt als volgt gehandeld:

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1903 | | pagina 509