250 Een der afdeelingen blijft ingedeeld bij het lle Bat. en neemt zoo vaak als noodig geoordeeld wordt deel aan de oefeningen,, welke door dit korps, hetzij zelfstandig, hetzij in grooter verband, gehouden worden. Desgewenscht kan die afdeeling nu en dan ook aan te Batavia gelegerde korpsen voor het houden van oefeningen worden toegevoegd. Voor zooveel in deze periode geen oefeningen in verband met andere troepen gehouden worden, wordt de beschikbare tijd benut voor het houden van oefeningen als sub 7e bedoeld en voor de opleiding van eene reserveafdeeling personeel. Het ligt in de bedoeling, zoo dit mogelijk blijkt, de hierbedoelde reserveafdeeling geheel of althans grootendeels uit inlandsche militairen te recruteeren. De andere afdeeling mitrailleurs, zoowel personeel als materieel, gaat over bij een der in bergterrein gelegerde korpsen en wordt in het nieuwe garnizoen, in den aanvang zelfstandig, onder leiding van haren commandant, die tot dat einde van de noodige instructiën zal worden voorzien, in dat bergterrein geoefend. Wordt de mate van geoefendheid voldoende geacht, dan neemt zij deel aan de oefeningen door het infanteriekorps waarbij zij is ingedeeld, hetzij zelfstandig, hetzij in grooter verband, gehouden. Overigens is het bepaalde in de voorafgaande alinea ook ten aanzien van deze mitrailleurafdeeling toepasselijk. Valt het tijdstip, waarop laatstbedoelde mitrailleurafdeeling naar het bergterrein kan overgaan, minstens veertien dagen vóór den aanvang der eerlang in de 2e militaire afdeeling op Java te houden manoeuvres, dan verdient het aanbeveling haar in te deelen bij het 8e Bataljon, dat aan die manoeuvres zal deelnemen. Naafloop der manoeuvres wordt het echter wenschelijk geoordeeld haar te doen overgaan naar een der korpsen te Tjimahi. Valt het in de voorgaande alinea bedoelde tijdstip later, en moet dus worden afgezien van het voornemen om eene mitrailleur afdeeling aan de manoeuvres te doen deelnemen, dan vervalt hierdoor het motief voor eene indeeling te Willem I en verdient het meer aanbeveling de betrokken afdeeling al dadelijk te doen overgaan naar Tjimahi, waar de nabijheid van Batoe-djadjar de gelegenheid opent om c. q. nog nader noodzakelijk of wenschelijk geachte proefnemingen op ballistisch of technisch gebied te nemen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1903 | | pagina 510