73
boeren echte zoetekauws); 's middags: soep, schapenvleescli,
-aardappelen en groenten; 's namiddags eveneens en om 4
uren thee.
Melk, eieren en andere versnaperingen gaven wat afwisseling.
In het algemeen werd de ervaring opgedaan, dat de burgers
meer op hadden met deze eenvoudige spijzen, ter plaatse te
krijgen, dan met de talrijke spijzen uit blik, welke over het
.algemeen niet zoo in den smaak vielen der echte Boeren.
Daar Buning en ik beiden sterke aanhangers zijn van geheel
onthouding te velde, werden alcoholici alleen aan zieken ver
strekt, wanneer zulks door ons noodig geoordeeld werd.
Kleeding.
Daar het personeel onzer ambulance uit vrijwillig verplegings-
personeel bestond, kon van een uniforme kleeding geen sprake
zijn.
Onze Hollandsche verpleegsters droegen katoenen kleeding,
uit Hollandsche civiele hospitalen welbekendde netheid, zinde
lijkheid en eenvoudigheid werd door een ieder ten zeerste ge
prezen. Het mannelijk personeel droeg eigen kleeding en overal
werden door de krijgscommissariaten te velde suppletoire klee
deren verstrekt. Yelen van hen en ook wij, doctoren, droegen
op den trek onder onze jassen een z. g. xoollen trui (vele
Engelsche officieren droegen haar ook welbekend als z. g.
sweater), een dracht, welke uitnemend tegen koude beschut.
Diep was dan ook de verslagenheid te Brandfort van Buning,
toen hij op een gegeven oogenblik zijn wollen trui miste, en
nog grooter de verbazing, toen hij haar ontdekte als deftige uit
dossing van een van ons personeel; stelen doet men in Z. A. niet,
er wordt alleen „opgetild", in casu was Bunings eenige toever
laat tegen de nachtkou ook werkelijk opgetild van een dissel
boom, waar ze te drogen gehangen had hony soit qui mal y
pense. Jagergoed en een los flanellen hemd voltooiden onze
onderkleeding, onze bovenkleederen bestonden uit een jas en een
broek van khakidrill, welke wij te Batavia hadden laten maken.
De jas was met liggenden kraag; van voren waren een viertal
z. g. harmonica-zakken aangebracht. Een ceintuur om het mid-