80
hangen boven den gashouder en het kleinste losse gewicht op
dit hangende gewicht gelegd. Het grootste (losse) gewicht komt
op den gashouder. De kranen bij E en A worden gesloten even
als de kranen onder den gashouder; deze wordt gevuld met.
water, en de houder rijst nu omhoog.
Men opent nu de kranen A en al de kranen van L, nadat
alle lampen en geleidingen gesloten zijn. Indien nu de gas
houder op dezelfde hoogte blijft staan, kan men zeker zijn, dat
de hoofdgeleidingen enz. goed sluiten.
Men opent E en sluit A, en opent alleen kraantje No. 1 van i
en laat alle andere kraantjes i', i" enz. gesloten; de gasont-
wikkeling begint nu direct.
Men laat de gaskraan onder aan C zoolang open, totdat men
ruikt, dat acetyleengas ontsnapt, men sluit haar dan. Daarna
opent men A benevens alle verdere kranen van L, die men
noodig heeft, alsook de correspondeerende lampen, en na eenige
oogenblikken, wanneer de gashouder genoegzaam gerezen is,,
begint de gasontsnapping aan de lampen en zijn deze gereed
tot gebruik.
Met de noodige schroefsleutels, ijzer draad, eenig gewoon tim
mermansgereedschap, dat men toch steeds te velde bij de hand
behoort te hebben, kan het geheele toestel gemakkelijk en spoedig.
opgesteld worden.
De vlam is zeer intensief en berust, zooals ik bekend acht, op
het ontstaan van een lichtboog. Tegenwoordig heeft men ook
acetyleen-gloeilicht (met Auersche kousjes,) die voor transpoi-
tabele apparaten natuurlijk nu niet zoo bijzonder geschikt zijn.
Het acetyleenlicht verspreidt een zeer intensief licht, sterker dan
gas en bijna gelijk aan electrisch booglichthet geeft slechts zeer
weinig warmte. De branders, die wij hadden, waren eenvoudig
uit gebogen koperen buisjes met minimale opening samengesteld
(zie schema IV). Deze branders hadden dit vooi, dat ze geen
punten van vuurvaste pijpaarde hadden, dus minder breekbaai
waren, echter ook gemakkelijker verstopt raaktenmet een haai-
draadje van een Pravaz spuitje kan men de openingen weer open
maken.
Van den stank hebben wij nimmer last gehad; wel van verstopt
raken van branders, die dan uitgegloeid moesten worden. Te-