RAPPORT BETREFFENDE DE PROEF MET 10 VERLICHTE
GEWEREN.
{met drie bijlagengemerkt A, B, en G
De proeven met de 10 verlichte geweren, den len Februari
1902 ter beschikking gesteld, namen onmiddellijk na ontvangst
een aanvang en werden tot en met den 17en Maart dagelijks,
ook des Zaterdags, zooveel mogelijk onder leiding van den on-
dergeteekende, voortgezet.
Bovendien had den 21en Maart nog een vergelijkende snel
heidsmeting plaats
Slechts op enkele dagen moest tengevolge van ongunstige
weersgesteldheid de proef worden onderbroken, daarentegen
waren de gedurende een proef intredende veranderingen in den
atmospherischen toestand wind en vooral regen meermalen
oorzaak, dat de uitkomsten als minder betrouwbaar moesten
worden verworpen.
Onder verwijzing naar de in de bijiagen in extenso opgeno
men resultaten der proeven met de daarop gebaseerde bereke
ningen, kunnen de conclusies, waartoe de proef aanleiding gege
ven heeft, als volgt worden saamgevat.
a. De aanvankelijke snelheid.
De snelheid van het projectiel op de afstanden van 50 en
100 M. van de monding (Bijlage B. blz. 5 en 6) verschilt bij
het verlicht geweer niet van die, welke, met munitie van het
zelfde merk en onder gelijke atmospherische omstandigheden bij
het geweer M. 95, werd bepaald (Bijlage B. blz. 7en 8).
Hieruit volgt, dat de vermeerdering van snelheid, die de kogel
gedurende den laatsten decimeter van zijn weg door den loop
van het geweer M95 door de zich nog ontwikkelende buskruit-
gassen ondergaat, geneutraliseerd wordt door den aldaar te over-