52 De le luitenant Aukes rukte op hetzelfde uur met twee brigades uit tot dekking van een der opnemers, die zijne metingen ging vervolgen in het dal van de Tripö tot Pinang Rogopbij Këndawi werd een gewapende Gajó neergeschoten. De patrouille was te 6 uur n.m. terug. In den namiddag te 12.30 uur moest weer een bende door twee brigades van de Blang Këdjërèn worden teruggedreven. naar Rëma en Tampèng. De Këdjoerön meldt, dat de jongere broeder van Ama-n-Lén- téng, Aboe alias Ama-n-Pliös, in de kampong is teruggekeerd en dat hij vermoedt dat deze de voorlooper zal zijn van Ama- n-Lénténg en familie. 13 April. Yan 1 uur 's nachts tot 9.30 uur v.m. legde de le luitenant Watrin met drie brigades hinderlagen op de Blang Tampèng en had het geluk drie gewapenden te kunnen neerleggen. De Këdjoerön doet een aantal voorladers inleveren, die hem door de bevolking van Péndéng, Panggor en Boekét vrijwillig waren afgestaan. 14 April. Zonder eenige ontmoeting te hebben patrouilleerde kapitein Scheepens met twee brigades van 9 uur v.m. tot 5 uur n.m. aan den bovenloop der Köng-rivier tot aan het voetpad dat- naar Laböh Hadji aan de Westkust voert. Luitenant Christoffel ging met een even sterke patrouille met een der opnemers over den rug van de Goenöng Api tot aan het verbindingspad tusschen Tampèng en Réket Göip en keerde te 5.30 uur n.m. terug zonder één vijand te hebben gezien. Te 2.30 uur n.m. werd de colonne verrast door de aankomst van twee versche brigades maréchaussée, den kapitein van den generalen staf J. J. Stolk en den bij den gewestelijken staf ge- detacheerden kapitein der infanterie W. C. A. A. de Boer. Hoe wel niet om deze aanvulling werd verzocht, was zij toch zeer welkom, vooral omdat het aantal Europeesche sergeanten zeer was afgenomen. Den 3en van Oelèë Lheuë vertrokken, debarkeerden deze- troepen den 5en in de Aroebaai, kwamen denzelfden dag te Koe-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1905 | | pagina 100