59 ken, dat nog verlaten bleek. Bij den afmarsch over Réket Dë- kat naar Koetö Lintang kreeg luitenant Watrin opdracht met twee brigades in Böndör Klipah in hinderlaag achter te blijven, omdat op verschillende punten in de heuvels gewapenden ons- stonden waar te nemen. Toen de colonne bij Réket Dëkat kwam, meldde zich de be volking met de Nederlandsche vlag. Te 4 uur n.m. werd Koetö Lintang bereikt en twintig minu ten later kwam de hinderlaag Watrin thuis. Deze officier had succes gehad en van zes gewapenden er drie neergelegd en hunne geweren buitgemaakt. In het bivak Koetö Lintang werden de gesneuvelden met militaire eer ter aarde besteld. 24 April. Rustdag. Een brigade en een sectie infanterie, die naar Böndör Klipah waren geweest om eene kudde runderen op te vangen, kwamen met die kudde terug en hadden nog een vijand neergelegd. De Këdjoerön bericht, dat Këndawi zich wil onderwerpen. Daar deze kampong ondergeschikt is aan Këmala Dërna, heb ik doen antwoorden, dat zij met haar tjéq behoort te komen. Ook de bevolking van het overige Réket G-öip wordt nu opge roepen, evenals de familieleden van den gesneuvelden Këmala Rödjö. Het weder wordt beter; reeds eenige dagen achtereen zijn de regens uitgebleven. 25 April. Om twaalf uur 's nachts rukte de 2e luitenant Christoffel uit met twee brigades en een sectie infanterie, om hinderlagen te leggen bij de rivier ten noorden van Tampèng, waar de bevol king dezer kampong pleegt te baden. Een der hinderlagen werd echter ontijdig verraden door een G-ajo die bezig was een schaap op te drijven, zoodat deze troepen te 1.30 u. n.m. terugkeerden zonder eenig succes te hebben gehad. Van 7 u. v.m. tot 4.30 u. n.m. deed een der opnemers onder dekking van twee brigades opmetingen op Blang Rëma, waar slechts twee schoten vielen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1905 | | pagina 107