- 62
Van 7 u. v.m. tot 4 u. n.m. patrouilleerden twee brigades
onder den Eur. sergeant van Seters No. 41755 om Tampèng, zon
der eenige ontmoeting te hebben.
De patrouille Pinger keerde te 2 u. n.m. terug en had bij
Brandang weer mannen uit de kampong gesproken, die met de
witte vlag naar buiten kwamen. Zij werd uit de heuvels van
Bësitang licht beschoten.
Te 7 u. 's avonds gingen onder eene regenbui twee brigades
onder den Eur. sergeant Deursen No. 43810 naar Oeloe-n-Tanöh,
om in den nanacht hinderlagen bij Tampèng te leggen.
29 April.
De patrouille Deursen keerde te 9.30 u. v.m. terug; zij had
•slechts één salvo kunnen afgeven op lieden die in de rivier
kwamen om hunne behoeften te doen, doch kreeg niets in handen.
Kapitein Scheepens begaf zich met 4 brigades, een zieken
verpleger, een opnemer en trein met 6 dagen vivres op marsch
over Réket Göip, Rëmókot en Këtoekah naar het Padangdal, met
opdracht Rödjö Pödöng van Trangön mede te brengen en over
Rëröbö Toa en Pasèr terug te keeren. De luitenant-opnemer
Hoedt en de mijningenieur vergezelden deze colonne.
Van 7 u. v.m. tot 4 u. n.m. maakte de le luitenant Harbord
met twee sectiën eene patrouille langs de Wöih ni Pëparéq tot
Pëparéq Göip om den opnemer in de gelegenheid te stellen de
metingen te doen aansluiten. Bij Tampèng werd deze patrouille
zoowel op den heen- als op den terugmarsch beschoten uit de
-versterking en van de bergen.
De Këdjoerön bericht vernomen te hebben, dat men in de
Alaslanden drie versterkingen heeft gebouwd.
30 April.
Te 1 u. v.m. rukt eene brigade uit onder den Eur. sergeant
Pinger No. 41635, met opdracht zich in hinderlaag te leggen in
-de heuvels van Bësitang, waar steeds eene bende op voorbijtrek
kende patrouilles zit te schieten. Een andere brigade onder den
Amb. korporaal Tarore No. 28201 ging te 7 uur v.m. door de
vlakte naar Tjiké en Bësitang om 's vijands vuur uit te lokken.
Deze list gelukte volkomende gewone bende kwam uit Pënösan