63
opzetten en viel in de hinderlaag, vier dooden, twee geweren
en blanke wapens in handen der brigade Pinger latende, die
echter zelf een zwaar gewonde kreeg.
Een andere patrouille van twee brigades onder den Eur. ser
geant Deursen No. 43810 maakte van 8.30 uur v.m. tot 4 uur
n.m. het terrein om Tampèng onveilig en schoot daar een vijand
neer. Zij werd zelf uit de kampong beschoten.
De hoofden van Kéket Göip hebben zich volgens mededeeling
van den Këdjoerön bij hem gemeld. Hij vraagt vergunning voor
een huwelijk tusschen Si Pi-Ih, den zoon van den wd. Këdjoerön
en de dochter van Këdjoerön Dagang en noodigt den colonne
commandant uit de feesten te willen bijwonen. De gevraagde
vergunning wordt verleend en de uitnoodiging aangenomen.
1 Mei.
Van 4 uur v.m. tot 2 uur n.m. patrouilleerde eene afdeeling
ter sterkte van twee brigades onder luitenant Christoffel door
het gebergte boven Köng en Bësitang naar de vlakte, zonder
vijanden te ontdekken.
Drie sectiën en een ziekenverpleger met drie dagen vivres
onder bevel van kapitein de Graaf vertrokken over Pëparéq
Göip naar Sëkoeölön en Akül om daar te patrouilleeren.
Het bericht betreffende de Alaslanden wordt bevestigd; Batoe
Mboelön, Lawé Sagoe en Bambél zouden zich versterkt hebben.
2 Mei.
Twee brigades onder den len luitenant Ebbink, die van 3
uur tot 11 uur v.m. tusschen Pënösan en Tampèng hinderlagen
zouden leggen, hadden geen ontmoetingen, daar niemand zich
buiten de kampongs waagde.
Een even sterke afdeeling onder den Eur. sergeant Deursen
No. 43810 ging met een dag vivres den bovenloop van de Aroel
Onèng boven Këndawi afzoeken.
De patrouille Delgorge keerde te 4 uur n.m. onder zware
donderbuien terug; zij had Léstèn Gajö niet bereikt, omdat
een andere rivier was aangezien voor de Léstèn-rivier. Onder
voortdurende regens had zij drie dagen voor den heen- en twee
dagen voor den terugmarsch gebruikt.