68
voorbij Tampèng terugkeeren, ten einde eene beschieting uit t&
lokken. De andere patrouille was twee sectiën infanterie sterk,
stond onder bevel van den len luitenant Delgorge en had in
opdracht de Goenong Api te beklimmen en dezen berg af te
dalen langs den rug welke naar Tampèng afloopt.
De beweging mislukte, omdat laatstgenoemd detachement langs,
een verkeerden rug naar beneden kwam, zoodat de Tampèngsche
schutters ongehinderd vijandelijkheden konden plegen. Beide
patrouilles keerden tegen 5 u. n.m. in het bivak terug.
De patrouille Deursen keerde te 3.30 u. n.m. uit Gadjah terug:
met een 80-tal karbouwen, die in de veekraal werden opgesloten.
Te 4.30 n.m. arriveerde de laatste sectie van de Péndéng-
colorme, onder bevel van den len luitenant W. Lasonder, met.
den officier van gezondheid 2e klasse J. D. Blankenberg, met
zich voerende 22.000 patronen en de aangevraagde verbandstoffen,.
levensmiddelen en uitrustingstukken. Zij was den 28en April
van Koeala Simpang vertrokken en had onder weg zeer veel
regen gehad en oponthoud ondervonden bij het overtrekken van
Koeala Péndéng, waar het hoog waterwas; te Tampoer was een
rustdag gehouden. Zoowel te Péndéng, te Përtéq als te Oréng was-
de bevolking teruggekeerd en betoonde zij zich vriendschappelijk.
Yan de gewonden en zieken waren op den heenmarsch van.
Péndéng naar Koeala Simpang 2 maréchaussées overleden.
De hoofden van Réket Göip de juist opnieuw verkozen Kë-
mala Rödjö en Këmala Dërna maakten achter den Këdjoerön
hunne opwachting bij den colonnecommandant. Aan hen wer
den de in Tjané Oekön en Toenggöl gemaakte krijgsgevange
nen overgegeven.
10 Mei.
Eene brigade onder den Eur. sergeant van Seters No. 41755
patrouilleerde tot 2 u. n.m. boven Böndör Klipah, zonder eene
ontmoeting te hebben, en een sectie infanterie rukte uit met
koelies om in de bosschen van Blang Kedjërèn brandhout te gaan
fourageeren, daar de voorraad hout in de kampong onder de hui
zen verzameld uitgeput begint te geraken.
Radja Indra van Kaloei, een Tëmiangsch Gajo-hoofd van de-
Simpang Kiri, maakte zijne opwachting.
