73 te komen, zoodra de colonne in zijn gebied zou zijn aangeko men. Uit de berichten kon worden afgeleid, dat de gezindheid van Batoe Mboelön twijfelachtig, doch die van Bambél beslist vijandig was. 17 Mei. De Eur. sergeant Pinger No. 41635 legde van 3 uur v.m. tot 12.30 uur n.m. met een brigade een hinderlaag bij Böndör Klipah, doch zonder succes. Ten einde naar bovengenoemde hinder laag vijanden op te jagen, rukte de inl. sergeant Djojo No. 53157 te 7 uur v.m. met een brigade uit naar Köng en voorts over de heuvels naar Brandang. Ook deze patrouille, die te 2 uui n.m. terugkeerde, had geen ontmoetingen. Een sectie infanterie ging naar Gëragang om bevelen over te brengen aan den luitenant Delgorge voor het gevecht op morgen. De Këdjoerön komt berichten dat Rödjö Djöbör van Pënösan en de Rödjö Moedö van Koetö Lintang zich bij hem hebben ver voegd, om vergunning te erlangen bij mij te worden toegelaten. 18 Mei. Daar het aan Tampèng gesteld ultimatum onbeantwoord bleef, zou deze versterkte kampong heden worden aangevallen. De insluitingstroepen, vier sectiën infanterie onder kapitein de Graaf, rukten reeds te 6 uur v.m. uit, met opdracht aan genoemden kapitein om ook het bevel op zich te nemen van het uit Gë- garang ontboden detachement Delgorge, dat aldaar door een andei doch kleiner detachement moest worden afgelost, en eenige be paald aangewezen punten ten N. enW. van Tampèng zoodanig te doen bezetten, dat zij geen overlast zouden kunnen hebben van het vuur van de aanvalstroepen, die uit het oosten zouden komen. Een uur later begaf zich de aanvalscolonne, tien brigades ma- réchaussée met opnemers, gevechts-en bagagetrein, onder mijn bevel, vergezeld van den Këdjoerön op weg naar het sawah- terrein tusschen Rëma en Tampèng. Te 9 uur v.m. was deze colonne daar aangekomen en toen alle troepen de voor hen aan gewezen stellingen hadden ingenomen, werd te 9.45 uur daarop het aanvalsbevel gegeven. Tampèng handhaafde op schitterende wijze zijn roep van kracht:

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1905 | | pagina 121