85 bet Gouvernement en 40 gezinnen om zich heen te hebben ver zameld in de kampong Goesöng Batoe. Nog deelde hij mede, dat zijne familie en de bevolking hem daarom vijandig gezind waren,'dat hij reeds drie jaren in dezen toestand verkeerde en dat men zelfs niet had geschroomd zijne bezittingen verbeurd te verklaren, om die als sabilbijdrage te schenken aan T. Bén Blang Pidië, die destijds met zijne bende een inval in het Alas- land had gedaan. De colonnecommandant droeg hem toen op, eene poging aan te wenden om zijnen vader en zijne drie jongere broeders te overtuigen, dat het verstandig zou zijn.zich ook te melden en gaf hem te verstaan, dat de troepen hem nu zouden steunen, indien hij zijn gezag wilde doen gelden. Toen hij zeide met dien steun daartoe in staat te zullen zijn, werd hem opgedragen de pengoe- loe Simpat, pengoeloe Bëntjirém, pengoeloe Kërëtan, imöm Balé, pengoeloe Batén, pengoeloe Tjéq Batoe Mboelön en de Rödjö Moedö van Lawé Sagoe op te roepen en het volk te gelasten in de kampongs terug te keeren. Hij beloofde een en ander te zullen beproeven en ging naar zijne kampong terug, zeggende morgen 'ochtend weder vroegtijdig zich te zullen aanmelden. De vlakte der Alaslanden schijnt buitengewoon groot te zijn en is omgeven door hooge en steile met oerbosch bedekte bei- gen, waardoor het klimaat er onaangenaam warm is. Tus- schen de zeer talrijke kampongs liggen groote stukken onont gonnen wildernis, waarin het vee een verward net van mod derpaden heeft gemaakt. Het geheel maakt den indruk van te weinig bevolkt zijn voor de groote uitgestrektheid voor bouw land geschikt terrein. Enorme doerianbosschen staan te mid den dier wildernissen, terwijl aan den boschrand en in de kam pongs gambir, peper-en koffieaanplantin gen worden waai geno men. In de vlakte van Gör-gör staat de padi tot kniehoogte, op den rechteroever is het gewas rijpende en overal elders benedenstrooms is men bezig de sawah's dras te zetten om te beginnen met de bewerking. Zeer groote kudden ïundeien en kleinere kudden karbouwen loopen buiten de sawah's te wei den zij kunnen het sawahterrein niet betreden, omdat het alom van stevige, dichte paggers is voorzien, die ook dienen Om de wilde varkens buiten den aanplant te houden. In het

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1905 | | pagina 133