86
bosch, niet ver van de kampongs, zijn talrijke ladangs open-
gekapt, waarop tabak en allerlei tweede gewassen worden geteeld.
11 Juni.
Rödjö Bintang meldt zich aan en daarna vertrekt de colonne-
te 7.45 uur v.m. over Lawé Pangkat en Tënëmbaq Lang-lang
naar Lawé Sagoe om deze kampong aan te vallen. Reeds zeer
spoedig blijkt echter, dat alles daar verlaten is en de wallen
om de kampong nog in geenendeele voltooid zijn. Na een
onderzoek naar de aanwezigheid van padi, dat beviedigend af
loopt, wordt in deze kampong te 10 uur v.m. een bivak be
trokken, nadat in de nabijheid door een uitgezonden patiouille
een gewapende is neergelegd.
Een der opnemers, die onder dekking van twee brigades de
Lawé Sagoe-rivier volgde, stootte bij Koetö Réh op eene be
zette versterking, van welks bestaan Rödjö Bintang niets wist
mede te deelen; een vijand werd daar neergeschoten.
Nadat aan Rödjö Bintang de Alas-gevangenen waren overge
geven, vertrok hij met de vergunning alle goedgezinden al vast
te doen terugkeeren en in Goesöng Batoe te verzamelen.
Zoodra de woningen in het bivak waren aangewezen, werden
maatregelen getroffen om door de dwangarbeiders rijst te doen
stampen.
Tegen den avond viel er weer regen en werd het bivak op
grooten afstand van de Z.W. zijde beschoten.
12 Juni.
Een afdeeling van drie brigades onder den 2en luitenant van
Braam Morris, die van 7 uur v.m. tot 3 uur n.m. langs de
Lawé Kisam patrouilleerde, legde twee vijanden neer en maakte
hunne geweren buit.
Een der opnemers ging van 7 uur v.m. tot 5.80 uur n.m.
langs de Lawé Seboelön meten, onder dekking van twee sectiën
onder den len luitenant Delgorge.
Een brigade ging op de runderjacht.
Het bivak werd wederom in den namiddag beschoten.
Rödiö Bintang brengt den zoon van pengoeloe Tjéq. (Pe
il goeloe Tjéq is het meest invloedrijke hoofd uit de Alaslanden.