90
aan ongedeerden 2 vrouwen en 61 kinderen in onze handen, met
75 geweren, eene enorme hoeveelheid munitie, blanke wapens
en rijst en eenige goederen, terwijl onzerzijds 2 militairen sneu
velden en drie officieren en dertien minderen gewond werden.
Onder de dooden des vijands zijn o.a. de drie hoofden van
Koetö Réh, Hadji Mad Ali, Hadji Daoed en Si Samér, de tweede
zoon van den Këdjoeron Batoe Mboelön, Si Bimbang, en pe-
ngoeloe Moedö Biaq Moeli herkend.
Te 3.45 uur n.m. waren de troepen weer in het bivak Lawé
Sagoe terug, waar Rödjö Bintang reeds was aangekomen, om te
berichten, dat de bevolking van Poelö Nas, Pënampakan,Ntoea-
lang, Goesöng Batoe en Goesöng Mëtali nu geheel terug was.
Ook de zoons van Këdjoeron Djöhar, Si Atam, en van de pe-
ngoeloe's-n-Djöhar en Ngkëran kwamen met Rödjö Bintang mede,
doch zij werden weer heengezonden om hunne vaders te roepen.
Van 7 uur v.m. tot 4.45 uur n.m. dekte een sectie onder
luitenant Delgorge de werkzaamheden van den anderen opnemer
aan de Lawé Kingö.
15 Juni.
Van 7 uur v.m. tot 5 uur n.m. gingen twee brigades onder
den Amb. sergeant Tentoea No. 42067 met een opnemer naar
Bambél en omstreken.
Rödjö Bintang komt berichten, dat de pengoeloe's Bëntjirém
en Kërëtan en de imöm Balé reeds hunne bödöls zonden, doch
dat hij geëischt heeft, dat zij zelf zouden verschijnen. Pengoeloe
Batén zal niet willen komen, omdat hij reeds lang de bevelen
van den Këdjoeron weigert op te volgen.
Een Batak, afgezonden door den controleur van Bindjei om
zich te vergewissen van de aanwezigheid van troepen in het
Alasland en om den weg te verkennen, meldt zich aan en wordt
weer onmiddellijk teruggezonden, omdat hij beweert, dat het
Deli-transport op zijne terugkomst wacht. Indien dit zoo is, dan
kan het eerst den 24en a.s. hier zijn aangekomen.
16 Juni.
Daar het bivak Lawé Sagoe minder gezond blijkt te zijn, breekt
de geheele colonne heden op, ten einde een andere geschikte
kampong op te zoeken, waar voldoende padi en vee is. Door de