113
zeer zeker strenge maatregelen zal nemen, om aan die verfoeilijke
gewoonten een einde te maken. Men ging daarop uitéén.
Daar het verder medenemen der Deli-troepen geen nut meer
zou kunnen opleveren, werd besloten alle troepen en koelies
uit de residentie Oostkust van Sumatra afkomstig morgen, met
eene ambulance, de helft der reservemunitie en een opnemer,
langs den kortsten weg over Koeta Oesang, Paröbo, Tëngging
en Si Lima Koeta naar Medan te dirigeeren, alles onder bevel
van kapitein de Graaf, terwijl de overige troepen hunnen marsch
zouden vervolgen over Përboeloehan en Litóng naar Bakara.
Aan militairen en dwangarbeiders werd medegedeeld, dat zij
zuinig op hunnen voorraad rijst moesten zijn, omdat in de
eerste dagen vermoedelijk niet anders dan ketela zou kunnen
worden gerequireerd.
10 Juli.
Te 7 uur v.m. marcheerden beide colonnes af. De verrich
tingen van de colonne de Graaf zijn elders afzonderlijk beschre
ven (voor de instructie zie bijlage 16).
Na het vertrek uit Sidi Galang passeerde de marécbaussée-
colonne de kleine verlaten kampongs Kalang Batang Beroeh,
Kalang Sëmbara en Pandji Baho, waarna zij eenigen tijd ver
wijlde bij de kampongs Tjapah en Laé Köléq, omdat hier de
bevolking wél aanwezig was en zich vriendschappelijk betoonde.
Hier werd vernomen, dat Laé Koléq de laatste Pak-pak kam
pong was en dat men nu spoedig op Töbasch gebied zoude komen.
Na een langen en vermoeienden marsch over zeer geacciden
teerd terrein, dat afwisselend kaal was of begroeid met hoog-
opgaand gras en kreupelhout, werd te 6| uur n.m. het Përboe-
loehan-complex bereikt, dat mede aan den bovenloop der Lao
Rënön is gelegen en uit een groot aantal hoeta's bestaat, die
onder twee radjas, nl. Panggiang en Pa Mënak, staan. Eenige
gewapende Batak's stonden buiten de dichtstbijzijnde kampong
op den uitkijk en namen op het zien der colonne eene dreigende
houding aan, terwijl zelfs een hunner zijn geweer in den aanslag
bracht en daarna afschoot.
Daar het reeds eenigszins duister begon te worden en de
«olonnecommandant vermoedde dat men den troep voor roovers
8