115 haradja, die zich zou moeten bevinden te Péah Radja in het gebied der Kalasan-Pak-pak's. De geheele vallei is op beide oevers der Lao Rënon met padi beplant op natte sawah's, en men is juist bezig den oogst binnen te halen. Op de berghellingen in de nabijheid van de op de topjes gelegen kampongs worden overal groote ketela-velden aangetroffen. 12 Juli. In den afgeloopen nacht gingen twee brigades op hinderlaag in Si Tëmörang en Koeta Gindjang. Hoewel beide hinderlagen enkele schoten op gewapende Batak's deden, kregen zij niets dan enkele lansen in handen. Onder de luitenants Draaijer en Christoffel rukten ook twee patrouilles, ieder ter sterkte van eene brigade, uit, met opdracht te patrouilleeren op de ladangs en langs den boschrand van beide oevers der rivier, terwijl nog een derde brigade met den opne mer in de richting van Si Bira naar benedenstrooms ging meten. De patrouille Draaijer geraakte in vuurgevecht met eene kleine bende Batak's, waarvan er twee werden neergelegd, terwijl een geweer en blanke wapens werden buitgemaakt. De përtaki van het Töba-complex Si Bira kwam met een groot gevolg mannen zijne opwachting maken. Militairen en dwangarbeiders groeven zich zelf hun ration ketela van het veld en in de vleeschvoeding werd voorzien door beslag te leggen op de aanwezige varkens, waarvan het vleesch ook door de meeste inlanders werd genuttigd. 13 Juli. Afmarsch naar Litóng, aan den hoogsten bovenloop der Lao Rënön gelegen. Door verschillende uitgelegde hinderlagen werden drie Batak's en twee gedroste dwangarbeiders gearresteerd en één gewapende neergeschoten. Reeds spoedig na het vertrek der colonne begon het te regenen en de regen hield den geheelen dag aan tot niet weinig onge rief van den trein. De weg, die toch reeds veel moeilijker was ■dan de vorige dagen, door de talrijke boven den grond uitste-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1905 | | pagina 163