119 18 Juli. Langs den nieuwen weg naar Taroetoeng bereikte de colonne te ongeveer 2 uur n.m. deze afdeelingshoofdplaats, waar zij op bijzonder hartelijke wijze door de ingezetenen werd ontvangen. Zoowel de assistent-resident van Eelders als de plaatselijk militaire commandant, majoor Bryan, hadden al het mogelijke gedaan om militairen en dwangarbeiders een zeer goed onder dak te bezorgen. Langs telegrafischen weg berichtte de colonnecommandant de aankomst van de colonne aan den wd. civielen en militairen gouverneur van Atjèh en Onderhoorigheden, den gouverneur en den militairen commandant van Sumatra's Westkust en den resident van Tapanoeli. Aan eerstgenoemde autoriteit was reeds van uit Bakara, door tusschenkomst van den assistent-resident van Töba en Si Lin- doeng, om scheepsgelegenheid voor de colonne verzocht op den 21en a.s. te Si Böga. Een draadbericht uit Atjèh meldde heden, dat op dien datum de noodige stoomers te Si Böga beschikbaar zouden zijn. 19 Juli. De colonne vertrok naar de pasanggrahan te Pagaran Pisang, waar de laatste troepen te 5 uur n.m. aankwamen. Slechts een klein gedeelte der militairen kon onder dak worden gebracht, de overigen bouwden in de nabijheid van het passantenhuis afdaken. 20 Juli. Na een vermoeienden marsch bereikte de voorste halve divi sie te 4.30 n.m. Si Böga, waar de geheele colonne werd gehuis vest in de nieuwe opslaglokalen van het Gouvernements tolkan toor. Vóór het invallen van den avond was de geheele colonne weer verzameld en konden bevelen voor het embarkement wor den gegeven op morgen. 21 Juli. Te 6 uur v.m. embarkeerden de militairen op het Gouverne ments stoomschip „Albatros" en de trein op het Gouvernements

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1905 | | pagina 167