Bijlage C van bijlage 5. GEVECHTSBERICHT YAN HET GEVECHT OP DEN 14en MAART 1904. Bevel ontvangen: In 't gezicht van de vallei van Pasér op 2 K.M. afstand van den rechteroever der Wöih ni Tripö te 10 uur v-m- Met het doel om in Pasér te bivakkeeren voorwaarts mar- cheeren met den geheelen trein, onder dekking van 2 brigades, zoodra luitenant Winter rechts met 1| brigade in de heuvels, luitenant Christoffel evenzoo links, voldoende terrein zullen hebben gewonnen om den trein een veiligen doormarsch te verzekeren. Uitvoering Gewacht tot dat luitenant Winter met zijn afdeeling zich op den heuvelkam rechts voorwaarts bevond i uur). Luite nant Christoffel was toen 1 uur vooruit. Voorwaarts ge marcheerd, de Wöih ni Tripö overgetrokken (de weg op den rechteroever werd te zwaar) en, toen de Pasér-vallei bereikt was, op den rechteroever teruggekeerd. Toen de geheele trein op een veilig punt, dat zonder een schot te ontvangen bereikt was, aan dien oever (noord-weste lijke zijde der Pasér-vallei) vereenigd was, terwijl luitenant Christoffel links voorwaarts (van tijd tot tijd zichtbaar) op de berghelling voortging en luitenant Winter rechts waar kon ik niet zien, daar hij zich achter den kam bevond in de heu vels ageerde, besloot ik met eenige manschappen vooiuit te gaan om de vallei te verkennen, ten einde eene behoorlijke bi vakplaats voor de colonne te zoeken. Ik bezocht eerst de kleine kampong aan de noordzijde der vallei, doch vond deze vuil en ongeschikt en ging toen meer voorwaarts om 't eigenlijke Pa sér te zoeken. Eerst langs den noordelijken rand der vlakte

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1905 | | pagina 184