10
Hoofdstuk IV.
Nadere proefneming na verbouioing van den kleinsten oven.
Den 25en Februari werd een aanvang gemaakt met het ver
bouwen van den kleinsten oven.
Tot den 28en Maart bleef men met dit werk bezig en werd
er in dien tijd niet gebakken.
Op dien datum was de kleine oven verbouwd, volgens een
nieuw plan (zie technisch gedeelte van het rapport) en werd er
begonnen met opnieuw te stoken.
Het brood, dat op den 29en en 30en werd gebakken, kon
niet worden verstrekt, maar werd aan de keuken van het korps
genietroepen afgestaan om gebruikt te worden bij de bereiding
van frikadel enz.
Den 81 en Maart werd goed brood verkregen.
Toen was gebezigd 5 liter legèn, 6 eieren, 1.25 K.G. witte
suiker, opgelost in 12 liter water, en 0.75 K.G. zout, alles op
32 K.G. meel.
Dit brood werd wederom zonder bon aan de keuken boven
genoemd afgegeven, terwijl den len April werd aangevangen met
weder geregeld en op bons aan het korps genietroepen brood te
verstrekken.
Het brood tusschen 1 en 3 April geleverd was vrij goed, maar
niet voldoende gerezen en eenigszins zurig van smaak.
Op 4 April werd van legèn slechts het bovendrijvende schuim
gebezigd, en voorts nog 1 liter van het vocht gebruikt; boven
dien werden, instede van 6 eieren, er 12 gebruikt en 1.5 K.G.
witte suiker in 17 liter water opgelost, benevens 0.75 K.G.
zout.
Het tusschen 4 April en 22 April geleverde brood was vrij
goed, maar nu en dan niet voldoende gerezen
Het bleef gewoonlijk 3 dagen goed eetbaar. Op 23 April was
de voorraad meel van het merk Patent Roller uitgeput, en
werd uitsluitend brood gebakken van het meel merk Harrison.
Van af dezen dag werd uitstekend brood verkregen, zoo zelfs
dat er dagen waren, dat het geleverde brood er uitzag en smaakte
als het echte Hollandsche wittebrood.