143
Het geheele terrein is met kort gras begroeid en de hellin
gen zijn hoogstens 15° (zie overigens de schets op bijlage A).
De versterking is 54 M. lang en 42 M. breed en heeft aan
de noordzijde in het midden der face een poort, welke aan de
binnenzijde zoodanig gesloten was, dat niemand gedurende het
gevecht ontvluchten kon.
Volgens medcdeeling der overlevenden werd de poort boven
dien bewaakt, om te voorkomen dat men vluchten zou.
Slechts enkele mannen ontkwamen over de noord-oostelijke
saillant.
De borstwering is opgeworpen van blokzoden, steenen en
boomstammen en 2 M. hoog. De dikte varieert tusschen
1.50 M. en 0.9 M.op de kruin is een pagger aangebracht
van aangepunte bamboe van 1 M. hoogte, terwijl in de borst
wering op afstanden van 1 M., op 1.5 M. boven den grond,
schietkokers zijn aangebracht, die in verschillende hellingen
buitenwaarts naar beneden zijn gericht.
Vóór de borstwering bevindt zich eene staande bamboedoeri-
verhakking van gemiddeld 1.5 M. breedte en even hoog als de
borstwering zelve.
Aan de binnenzijde treft men planken banketten aan, op
bamboeschragen, en tirailleurputten, op afstanden beschermd
door traversen.
In de binnenruimte eindelijk zijn vele gesloten en open aarden
werkjes, overdekt met atap-daken, welke dienst deden als ver
blijft en reduit.
Koeta Radja, den 22en Augustus 1904.
Be colonnecommandant
van Daalen.