Bijlage 7
met één bijlage.
RAPPORT BETREFFENDE DE VERMEESTERING VAN
HET VERSTERKTE KAMPONG-COMPLEX DOEREN,
RÖDJÖ SILO, KOETÖ LINTANG, KOETÖ
BLANG OP DEN 22en MAART 1904.
's Morgens van den 22en Maart opbrekende uit het bivak
Köng Boer, werd, na eene verkenning in de richting van Réket
Dëkat, opgerukt in de richting van Pënampakan, hierbij het
voetpad volgende door de heuvels tusschen Köng Boer en Koetö
Boekét gelegen.
Het voor den geheelen duur van den tocht geldend marsch-
bevel, nl. een halve divisie met gevechtstrein en officiersbagage
voorop, zelfstandig gevolgd door de andere halve divisie met
den algemeenen trein, was ook heden van kracht.
Ik besluit tot den aanval met 8 brigades op den rand van
Doer én ten N. van Mësigèt Pënampakan, waar een saillant zicht
baar is, die oogenschijnlijk niet uit het overig gedeelte der kam
pong kan worden bestreken. Bij dit punt steekt het dak van
een huis boven de borstwering uit, zoodat het goed herkenbaar is.
Nadat de geheele colonne is opgerukt, wordt te 11.28 uur
v.m. het volgende gevechtsbevel gegeven
„Aanval wordt ingeleid door 3 brigades onder kapitein Schee-
„pens en waarbij luitenant Aukes, gevolgd door 2 brigades onder
„luitenant Watrin en waarbij luitenant Ebbink, aanvalspunt de
„Z.W. saillant van Doerén bij het aangewezen dak; deafdeeling
„Watrin breidt zich uit waar zulks gunstig zal blijken3 briga
des onder luitenant Winter reserve, die met de ambulance,
„onder den officier van gezondheid Neeb, de aanvalscolonnes
„volgen en opgesteld zullen worden op een geschikt punt op
„korten afstand achter een van de vleugels van de aanvalslinie.
„De trein, onder dekking van 2 brigades onder luitenant Chris-
„toffel, zal zich opstellen ten Z. van het aanvalspunt, op den
„hoek van een aangewezen suikerriet- en pisangtuin.