146
weg te schieten en vele lange bamboelansen binnen de kampong
toonen dat men gereed staat den binnendringer te ontvangen.
Met behendigheid klimmen verschillende maréchaussées tegen
de borstwering op, om er overheen verdedigers neer te schieten
en dit heeft tot resultaat dat de vijand begint te wijken.
Te 12.25 uur n.m. wordt daarom onder het blazen van den
stormmarsch een tweede brigade der reserve onder luitenant
Winter in de voorste linie geworpen, met bevel de borstwering
te beklimmen.
Ook deze beweging wordt met kracht uitgevoerd en spoedig
hierop beklimt de brigade Baak het eerst de borstwering bij
het aanvalspunt in de saillant, onmiddellijk op verschillende
punten door andere brigades gevolgd.
Gelijktijdig volg ik persoonlijk, de laatste brigade der reserve
bij de ambulance als dekking achterlatende, haar bevelende
binnen de versterking te komen, zoodra de inmiddels aangebrachte
gewonden zullen zijn verbonden.
De vijand vlucht binnen de kampong en te 12.55 uur n.m.
is Doerén in onze macht.
Yan de overzijde der rivier vallen eenige schoten uit Pënam-
pakan, Boeket en Mbatjang, doch enkele schoten zijn voldoende
om die schutters te doen verdwijnen.
Bij het verder doordringen in de kampong blijkt, dat we te
doen hebben met een zeer uitgebreide versterking.
Telkenmale bij het omslaan van een hoek ziet men de borst
wering nog verder doorloopen en overal zitten nog verdedigers
in kuilen ons op te wachten.
Daarom wordt snel verzameld en krijgt kapitein Scheepens
last met 3 brigades, waarbij luitenant Ebbink, den W. rand
langs te gaan, terwijl ik met 4 brigades, waarbij de luitenants
Winter, Watrin en Aukes, den O. rand van de kampong, in
breed front langzaam vooruitgaande, doe doorzoeken.
Beide afdeelingen waren voortdurend in hevig gevecht gewik
keld met vijanden die zich in overdekte kuilen en achter bam
boestoelen en traversen trachtten staande te houden.
Yoet voor voet moest de kampong genomen worden, bij welk
uiterst gevaarlijk werk het dikwijls nog mocht gelukken vrouwen
en kinderen te sparen.