148 vlakte met tal van heuveltoppen en inzinkingen, begroeid met kort gras, hier en daar met dennen en struikgewas. Buiten de borstwering aan de W. en Z. zijde der kampong is het terrein zeer bedekt door de aanwezigheid van tuinen met paggers en hoog en laag struikgewas. Borstwering en versperringen waren in hoofdzaak op dezelfde wijze ingericht als in Gëmoejang. Men had hier echter schiet- standen op de borstwering gemaakt, gedekt door dikke planken en struiken. De binnenruimte der kampong is zwaar begroeid en weinig overzichtelijk. Langs de borstwering en onder de huizen zijn kuilen als vluchtplaats en reduit aangelegd. Yele de zer kuilen zijn met atap overdekt en geheel tot verblijf ingericht. De poorten zijn zes in getal, zeer nauw en in verdedigbaren staat gebracht met kleine borstweringen en springboomen. Op de borstweringen zijn op vele plaatsen randjoes aange bracht. (Zie schets bijlage A.) Verschoten munitie: 8480 patronen. Koeta Kadja, den 22en Augustus 1904. De colonnecommandant VAN DAALEN.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1905 | | pagina 196