153
voer gelegd, de ambulance marcheerde tusschen de beide ach
terste brigades.
Vóórdat het goed licht was, waren de beide afdeelingen op
hare plaatsen. In de meeste huizen van Badaq brandden vuren
en men kon niets waarnemen waaruit bleek dat de vijand een
aanval vermoedde. Alles was rustig.
Te 5.35 uur v.m. werd aan de aanvalscolonnes bevel gegeven
de afdeelingen aan den N. voet van den heuvel waarop de
verlaten versterking gelegen is eene afwachtingsstelling te doen
innemen, terwijl de commandanten zich daarna bij mij zou
den vervoegen.
De ambulance kreeg eene gedekte opstelling in de zooeven
bedoelde verlaten versterking en in hare nabijheid nam eene
brigade stelling onder den Europeeschen sergeant Deursen
No. 43810, met opdracht de ambulance te dekken en de Z. face
van Badaq in het oog te houden.
Na eene korte verkenning werd de O. saillant van de kam
pong als aanvalspunt aangegeven en kregen de aanvalscolonnes
bevel voorwaarts te rukken en ten aanval te gaan, zoodra door
de brigade bij de ambulance een salvo in de kampong was afgegeven.
De afdeeling Watrin moest zich rechts van de afdeeling Schee
pens uitbreiden. Eenig ambulancepersoneel volgde deze colonnes.
Ik zou voorloopig bij de ambulance blijven.
Toen te 5.45 uur v.m. meer beweging in de kampong kon
worden waargenomen en enkele vijanden blijkbaar onraad be
speurden, deed ik door de' brigade Deursen het vuur openen,
waai op de aanvalscolonnes met den looppas de versperring
trachtten te bereiken.
In de kampong ontstond groote verwarring, die nog meer
toenam, toen de afdeeling Aukes evenzoo haar vuur opende-
Kort hierop begonnen vele vrouwen en kinderen, later ook
gevolgd door tal van geweerdragenden, uit de kampong in W-
richting over de sawah te vluchten, achtervolgd door schoten
van de in de heuvels opgestelde troepen.
Een groot aantal mannen liep echter ook onmiddellijk naar
het aanvalspunt, terwijl het vuur van de brigade Deursen van
de Z. face werd beantwoord, waardoor wij spoedig een gewon
de kregen.