155
Deze officier keerde vóór den afloop van het gevecht terugT
zonder vijandelijke schutters te hebben gezien, 's Vijands vuur
uit de heuvels had echter opgehouden.
De groep onder sergeant Deursen, die de verlaten versterking
had bezet gehouden, had nog gelegenheid vele vluchtenden onder
vuur te nemen en kreeg te 7.55 uur v.m. bevel af te dalen en
zich op te stellen buiten bij de Z. saillant om vandaar de W.
face te bestrijken.
Na een hardnekkig gevecht om de reduits, waarbij enkele malen
de daken dier schuilhutten moesten worden verbrand om de lieden
er uit te drijven, eindigde het bij de W. face te 8.15 uur v.m.
Bijzondere opmerkingen.
Badacj kon zoowel van de N. als van de Z. zijde door ons
vuur gedomineerd worden, doch de verdedigers hadden op de
ze omstandigheid gerekend door het aanleggen van traversen
en rugweren.
De geheele kampong is door sawah omringd, die echter aan
de Z. en W. zijden zoo drassig is, dat de toegang van die zij
den buitengewoon moeilijk zou zijn. Bovendien grenst aan de
Z. face een diepingesneden beekje, dat geheel opgevuld was
met bamboedoeri en andere doorntakken.
Aan de versperring heeft de vijand veel zorg besteed, terwijl
bij de N. poort een hoog valscherm is geplaatst. Op de borst
wering zijn verscheidene gedekte schietstanden gemaakt voor
enkele schutters.
Binnen de kampong is het bij het aanvalspunt moerassig, zoo
danig, dat de tirailleurputten daar geheel vol water zijn geloopen.
Het terrein is door een groot aantal huizen en de begroei
ing weinig overzichtelijk. Langs de borstwering zijn tal van
gesloten en half gesloten werkjes aangelegd, voor het meeren-
deel afgedekt met atap.
In de borstwering waren schietkokers aangebracht. Zie ver
der de schetsen: bijlage A.
Verschoten munitie 4040 patronen.
Koeta Radja, den 22en Augustus 1904.
Be colonnecommandant
van Daalen.