157
Op het terrein zullen de bevelen volgen betreffende aanvals
punt, opstellingen enz".
Overeenkomstig dit bevel marcheerde de colonne op het aan
gegeven uur in de navolgende orde af: de brigade Christoffel,.
de afdeeling Ebbink, de afdeeling Scheepens, de afdeeling de-
Graaf, de afdeeling Watrin, de sectie Yelsing, de ambulance,,
de trein, een sectie.
De kapitein v/d gen. staf J. J. Stolk en de bij den gew„
staf gedetacheerde kapitein W. C. A. A. de Boer waren bij de
colonne ingedeeld als stafofficier.
De weg werd genomen langs de beide oevers der Wöih ni
Tripö voorbij Këndawi, dat versterkt en bezet bleek, doch waar
uit geen schot viel.
Te 10.30 uur v.m. bij Kala Pënombon aangekomen, werd de
brigade Christoffel als rechter flankdekking het gebergte aan
den R. oever ingezonden, omdat daar een bende geweerdragen-
den werd waargenomen, met opdracht over het gebergte naar
Kala Réket door te gaan en daar voorloopig stelling te nemen,
ten einde later vluchtenden te kunnen vervolgen.
Reeds spoedig kreeg deze brigade enkele schoten, doch do
vijand trok bijtijds terug.
Toen te 11.30 uur v.m. de versterkte kampong Toenggöl in
het gezicht kwam en duidelijk kon worden waargenomen dat
een vrij groote bende uit die kampong naar Kala Réket trok,
werd de afdeeling Ebbink met spoed naar dit punt gedirigeerd*
met opdracht die bende zoo mogelijk nog afbreuk te doen en
daarna ten W. van Lëmpëlam gaande hare stelling te gaan be
zetten in de bergen ten W. van Toenggöl.
Te 11.45 uur v.m. werd op ongeveer 1 K.M. ten O. van Toeng
göl aan den voet van het gebergte in een pëdosonön-rand halt
gehouden en begaf ik mij met de afdeeling Watrin naar een
topje op 400 M. beoosten Tjané Oekön om 's vijands stelling
nader te verkennen, gedurende welke verkenning dan meteen de
afdeeling Ebbink en de brigade Christoffel hunne plaatsen zouden
kunnen bereiken. Luitenant Watrin kreeg reeds dadelijk bevel
met een der beide brigades ter plaatse te blijven om den aanval
ook van dit topje met vuur te steunen en c.q. vluchtelingen
te vervolgen.