165 "worden waargenomen, dat de aftocht der bevolking in een wilde vlucht oversloeg in alle richtingen over de sawah naar Sënggapa, Brandan en Tampèng. De brigade Tentoea kreeg na terugkeer van de Koetö Panjang hevel de dekking van ambulance en trein te versterken. Te 4.15 uur n.m. nam het gevecht een einde en werd „het :geheel verzamelen" geblazen. Te 5 uur n.m. was alles vereenigd in een bivak in Gëgarang, nadat de buitgemaakte wapens waren verzameld. Bijzondere mededeelingen. De vijand heeft den hem gelaten tijd uitmuntend besteed en de kampong buitengewoon zwaar versterkt, zooals uit de schets moge blijken. Yan de moerassige terreingesteldheid heeft hij op zijne wijze en in de veronderstelling dat wij over het open terrein zouden aan vallen goed partij getrokken. Op een aanval door bedekt ter rein schijnt hij niet verdacht te zijn geweest, want het aan valspunt bleek bijzonder gunstig gekozen. Overigens waren de wallen op dezelfde wijze ingericht als bij •de vorige versterkingen. Slechts waren de versperringen bree der, steviger en grooter in aantal. Het terrein om de kampong was kunstmatig onder water gezet. In de kampong was het terrein weinig overzichtelijk door de vele buizen, padischuren en schuilhutten. Door de kampong stroomde een waterleiding. 's Yijands verliezen konden eerst den volgenden dag behoorlijk worden overzien door het uitzenden van patrouilles ovei het geheele gevechtsterrein. (Zie de schetsen bijlage A.) Verschoten munitie: 6700 patronen. Koeta Radja, den 22en Augustus 1904. De colonnecommandant VAN DAALEN.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1905 | | pagina 213