167
De colonne onder mijn bevel marcheerde over de Blang Kë-
djërèn, Réket Dëkat en de beide oevers der Wöih ni Pëparéq
en kwam te 9 uur v.m. voor Tampèng aan, waar zij ten oosten
van deze kampong in het rijpende en droge padiveld eene af-
wachtingssteliing innam om trein en ambulance gelegenheid te
°'even hunne plaatsen te kunnen innemen.
De trein kreeg nl. onder dekking van J brigade eene op
stelling recht ten O. van Tampèng, geheel gedekt achter den
hoogen rand, welke de rivieruiterwaarden van de sawali scheidt,
terwijl de ambulance onder dekking van eene andere k brigade
werd ingericht in een beschaduwd stukje kampong (pëdosonön)
iets ten Z. van den trein.
Aan de rivierzijde van Tampèng konden met den kijker de groe
pen infanterie onder luitenant Lasonder worden waargenomen.
Met de overige brigades en vrijwilligers der dwangarbeiders
met stormladders en stormstoeltjes en eenig hospitaalpersoneel
met tandoe's werd doorgerukt naar de zuidzijde van Tampèng,
vanwaar nog eene locale verkenning moest worden gedaan ter
bepaling van het aanvalspunt.
Te 9.45 uur v.m., toen mij bleek dat ook ten W. van Tam
pèng dé infanterie op haar plaatsen stond, werd het volgende
gevechtsbevel gegeven:
„3 Brigades onder kapitein Scheepens en waarbij luitenant
Winter, en 3 brigades onder luitenant Watrin en waarbij de
luitenant J. van Braam Morris, zullen den aanval inleiden.
„Het aanvalspunt is een uitstekend gedeelte van de Z.O. face,
„waar eene opening in de versperring is en waardoor een huis
„is waar te nemenopmarsch der aanvalscolonnes gedekt langs
'^den pandanpagger die op het aanvalspunt aanloopt, de af
deling Watrin voorop; de afdeeling Scheepens breidt zich
rechts uit; stormladders en stoeltjes en hospitaalpersoneel
„volgen; 3 brigades onder luitenant Christoffel reserve, die op
gesteld wordt op W 200 M. ten Z. van de kampong.
„Ik bevind mij bij de reserve".
Onmiddellijk hierop gingen de aangewezen afdeelingen voor
waarts zonder één schot te doen.
Ook de vijand hield zich stil en het was alsof Tampèng uit
gestorven was.