175 Een enkele die in de richting van de ambulance vlucht wordt daar door de dekking neergeschoten. Op grooten afstand vallen uit de richting van Bambèl eenige schoten op de ambulance. De sectie de Graaf en de brigade Belling doen geen schot en worden bij het einde van het gevecht, te 9.40 uur v.m., aan getrokken, waarna luitenant Winter met een brigade naar Lawé Sagoe wordt gezonden om alle beschikbare dwangarbeiders te halen om de groote voorraden buitgemaakte levensmiddelen te kunnen medenemen. Gedurende het gevecht moest na 9.20 uur v.m. de munitie der stormende troepen worden aangevuld, hetgeen geschiedde door vrijwilligers onder de dwangarbeiders, geleid door militairen van het treinkader. Nadat de dooden waren geteld en herkend en de buitgemaakte wapens, levensmiddelen en goederen bijeen waren gebracht en inmiddels luitenant Winter met dwangarbeiders was terugge keerd, werd te 3 uur n.m. „het geheel verzamelen" geblazen en daarna teruggekeerd naar Lawé Sagoe. De ambulance was een uur te voren onder dekking van drie brigades onder luite nant van Braam Morris naai" huis gezonden. Te 3.45 uur n.m. was alles weer te Lawé Sagoe. Bijzondere mededeelingen. Uit de situatieschets blijkt voldoende de ligging van de ver sterking. Het omliggend terrein was droog en bood geen hin dernissen aan. In de versterking stonden eenige boomen die als uitkijk dienst deden. De borstwering was bijzonder breed, zoodat men zich met gemak er overheen kon bewegen. Het buitentalud was recht opgezet en bekleed met nog groene, volle bamboe's van 3.5 M. lang, aangepunt en dicht aaneengesloten met gordingen. Bovenop de borstwering was nog een staket sel van aangepunte gespleten bamboe gemaakt van ongeveer 1 M. hoog, evenzoo met gording. Yoor de borstwering was eene 5 M. breede versperring van bamboedoerie en andere takken aangebracht. Ook waren schietkokers en schietstanden gemaakt, die het voorterrein bestreken. De beide poorten waren goed verzekerd

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1905 | | pagina 223