176 en van hangsloten voorzien. In de binnenruimte waren langs de borstwering zeer ondiepe kuilen aangebracht en had men overigens slechts enkele hutten en zeer tijdelijke barakken ge bouwd, die niet boven de borstwering uitstaken. Van buiten was slechts een klein dak zichtbaar. In de naastbijgelegen kampong Koetö Réh had men de huizen van hunne atap en planken ontdaan, om er de tijdelijke verblijven in de bèntèng mee te vervaardigen. Er was geen water in de versterking. Op enkele plaatsen was de lucht ondraaglijk door de daar aanwe zige menschelijke uitwerpselen, (Zie de schetsen bijlage A.) Verschoten munitie: 4365 patronen. Kota Radja, den 22en Augustus 1904. Be colonnecommandant VAN DAALEN.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1905 | | pagina 224