186 zen door eigen vuur te krijgen, deed ik te 1.15 uur n.m. „linker vleugel halt" blazen, en rukte van nu af slechts de afdeeling Winter voorwaarts. De brigade Sarpan werd aangetrokken en voegde zich, over de borstwering klimmende, bij de afdee ling Winter. Bij bovengezegd gat gekomen, moesten wederom twee briga des van den wal afdalen om den vijand er uit te drijven. Telkenmale beproefde hij een klewangaanval te doen, doch ook even zooveel malen gaf hij zijne poging op, nadat de voorsten, nauwelijks uit het gat gesprongen, waren neergeschoten. Te 2 uur n.m. was de geheele versterking van vijanden ge zuiverd en hiermede het gevecht afgeloopen. De brigade Dolleman had buiten eenige vluchtende vijanden neergelegd en een paar vrouwen en kinderen doorgelaten. De dekking van den trein was uit het bosch door enkele vijanden beschoten. Bijzondere mededeelingen. Koetö Lëngat Baroe ligt geheel in het bosch. Aan de zui delijke en de zuid-westelijke zijde is het omliggend terrein open- gekapt om er een tabaksladang te maken. Eene verrassing was echter niet mogelijk, omdat de vijand naar aanleiding van het voorbeeld van Likat op zijne hoede was en verhoogde uitkijkposten op de noorderface had gemaakt, van waar uit hij de colonne vermoedelijk heeft waargenomen, toen zij voorbij Koetö Moeliö over de vlakte naar het bosch trok. Koetö Lëngat Baroe is eene nieuwe kampong van de bevol king van Poelö Blimbing, zoodat binnen de versterking alles kaal is, terwijl bovendien het weinige dat daar groeide aan pisang en jonge klapperboomen door den verdediger was gera seerd. De inrichting van borstwering en versperring kwam over 't algemeen overeen met die der vorige versterkingen. Men was echter niet gereed, zooals uit de schets moge blij ken. (Zie de bijlage A.) Na afloop van het gevecht werden de dooden geteld en her kend en de buit verzameld. Te 3.30 uur n.m. ging de ambulance met de dooden en ge wonden onder dekking van de 3 sectiën infanterie onder bevel

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1905 | | pagina 234