GENEESKUNDIG RAPPORT BETREFFENDE DE EXCURSIE
NAAR DE GAJO- EN ALASLANDEN ONDER DEN
LUITENANT-KOLONEL VAN DEN GENE-
RALEN STAF G. C. E. VAN DAALEN.
I. Sterkte en samenstelling der colonne.
De maréchaussee-colonne waarmede de excursie naar de
Gajó- en Alaslanden ondernomen werd was als volgt samen
gesteld
Colonnecommandant: de luitenant-kolonel van den generalen
staf G. C. E. van Dealen, aan wien als adjudant was toege
voegd de le luitenant der artillerie Kempees;
a. eene divisie maréchaussée, onder bevel van den kapitein
W. B. J. A. Scheepens, van 10 brigades, gesplitst in 2 halve
divisiën, elk van 2 afdeelingen, ieder van deze onder een lui
tenant
b. eene ambulance onder den officier van gezondheid der
2e klasse H. M. Neeb
c. eene afdeeling opnemers onder den len luitenant Hoedt;
cl. de trein (dragers) van 440 mandoers en dwangarbeiders.
Met de excursie gingen verder mede: de mijningenieur Jansen
met eenig personeel tot het verzamelen van geologische gege
vens en een gedelegeerde (mantri) van 's Lands Plantentuin tot
het verzamelen van botanische gegevens.
Bij embarkement te Oelee-Lheuë op den 8en Februari bedroeg
de sterkte: 10 officieren, 1 mijningenieur, 18 Europeesche onder
officieren, 1 Europeesch soldaat-ziekenverpleger, 208 Amboi-
neesche en inlandsche maréchaussées, benevens treinpersoneel,
473 mandoers, dwangarbeiders en 15 koelies, gidsen en offi
ciersbedienden, totaal 721 man.
In den loop der excursie onderging deze sterkte de navol
gende veranderingen.
Bijl. 15 1