5 nampakan van Rödjö Petiambang, de voornaamste zg. kiesge rechtigde hoofden (onder wie voor zooveel mogelijk de pengoeloe Si Doeö Belas) bijeen te roepen, hun mede te deelen dat Këdjoerön Bédén door het Gouvernement erkend is als Këdjoerön Petiam bang over de Ga.iö-Loeös, hij als zoodanig door ons wordt be schouwd als territoriaal hoofd over het geheele landschap en het onze nadrukkelijke wensch is, dat een einde kome aan de versnippering van gezag en de daaruit voortvloeiende onderlinge oorlogen en dat het eigenmachtig afzetten en aanstellen van Këdjoerön's thans voorgoed een einde moet nemen. Het voor zooveel noodig doen afpatrouilleeren van de Gajö- Loeös, het doen opnemen van het voornaamste, meest bevolkte deel van dit landschap, het treffen van verdere bestuursregelingen, het zoeken van verband met de colonne welke van Koeala Simpang is opgerukt naar Péndéng, zoomede het geven van bevelen aan dien colonnecommandant en de vereischte inlichtin gen en aanwijzingen aan den daarbij zich bevindenden officier belast met de bestuursaangelegenheden in het noord-oostelijk deel van het gebied van Rödjö Petiambang en in het gebied van Këdjoerön Abaq wordt geheel aan het inzicht en het beleid van den luitenant-kolonel van Daalen overgelaten. cl. het bezoeken van de Alas-landen, het eventueel breken van verzet ook in dit landschap, het verzamelen van gegevens om trent de bestuursinrichting en, voor zooveel noodig of gewenscht,. het treffen van bestuurs- en andere regelingen. Mochten vijan dig gezinden uit de Alas-landen uitwijken naar aangrenzend Batak-gebied, dan wel blijkt het om politieke of andere redenen gewenscht om door die Batak-landen de kust te bereiken, dan werd daartoe aan den colonnecommandant onder nadere goed keuring der Regeering machtiging verleend. Bovendien verdiende het ook bijzondere aanbeveling zoo mogelijk in de oeloe van Singkel een onderzoek in te stellen naar de aanwezigheid aldaar van Chineezen en andere niet tot de inheemsche bevolking behoorende personen, die, volgens ingekomen berichten, vuur wapens repareeren en in dat oorlogstuig handel drijven ten behoeve van Atjehsche bendehoofden, zooals Tëukoe Ben Blang Pedië, en ook den bewoners der Alas- en Gajo-landen van daaruit vuurwapens en munitie toevoeren.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1905 | | pagina 247