8 De tijd werd door deu colonnecommandant benut tot het opi oepen der hoofden, het houden van besprekingen en het treffen van bestuursmaatregelen in het Laut-gebied, het af- patrouilleeren der omgeving, het stampen en fourageeren van rijst voor het vervolg van den tocht, terwijl de officier van gezondheid in de gelegenheid was dagelijks ziekenrapport te houden, waaibij hoofdzakelijk vele voetwonden en aandoeningen der luchtwegen behandeld werden. Nadat aan Rödjö Oetjah de last was gegeven drie zieke dwangarbeiders, die uithoofde van hunnen ziektetoestand den tocht niet verder konden vervolgen, naar het bivak Teupin Blang Mané te doen vervoeren, werd den 20en Februari de marsch voortgezet, aanvankelijk door TajaDjagat. Vervolgens werd, na beklimming van het 1928 M. hooge scheidingsgebergte (Boer ni Telögö), afgedaald naar de Isaq-streek, stroomgebied van de boven-Djambö Ajé, deze overgetrokken en te kampong Dah overnacht; de hoofdcolonne bereikte deze zeer vuile, mod derige, van goed drinkwater ontbloote kampong te 's avonds 6 uur, de trein was eerst te 11 uur binnen. Deze dag was voor troep en dwangarbeiders zeer vermoeiend geweest. Zoo spoedig mogelijk werd den 22en opgebroken, achtereen volgens eenige kampongs gepasseerd en hunne geschiktheid nagegaan voor bivakplaatsals zoodanig kwam het zeer gunstig aan de Djambo Ajé gelegene Koetö-Rajang in aanmerking. Hier werd met het oog op regeling van bestuursaangelegenheden, fourageering van rijst en afpatrouilleering der omgeving verbleven tot den 28en. Van dien tijd werd gebruik gemaakt een tijdelijke ziekenzaal in te richten, waarin eenige ernstige zieken konden opgenomen en behandeld worden. Met een rijstvoorraad voor 6 dagen vervolgde de colonne commandant den 29en den tocht naar Djagöng, waarbij langs een vrij goed, matig steil klimmend boschpad het Barisan-gebergte overgetrokken en aan de andere zijde naar genoemde kampong (feitelijk slechts 1 huisje) afgedaald werd. Van hieruit moest langs een vrijwel onbekend pad, geleid door een gids die zooals later bleek telkens den weg bijster was, de Gajo-Loeös bereikt worden. Dacht men aanvankelijk van uit Isaq het Gajo-gebied in 5

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1905 | | pagina 250