- 10 Den volgenden dag werd opgemarcheerd langs den rechter- oevei dei Tripa-rivier naar Rëröbö, waar de colonne het eerste verzet in het Gajo-gebied ondervond. De vijand werd echter met vei lies van een drietal gesneuvelden en eenige gewonden teruggedreven en een eindweegs vervolgd, waarna in de genoemde kampong het bivak betrokken werd tot en met 13 Maart. Deze rustdagen kwamen der colonne belangrijk ten goede. Bedroeg den eersten dag van het ziekenrapport het cijfer der opgekomenen 140, dus 2o% der colonnesterkte, de volgende dagen daalde het zeer belangrijk en kon, dank zij de gegunde rust, de ruime voeding, verbeterde huisvesting en geregelde geneeskundige behandeling, eene snelle verbetering van den gezondneidstoestand en een snel herstel der doorstane vermoeie nissen worden vastgesteld. Nadat door patrouilles het omliggend terrein van kwaadwil ligen was gezuiverd, waarbij deze vele gesneuvelden bekwamen, werd den 14en Maart in twee gedeelten opgerukt. De colonne commandant, vergezeld van de meeste officieren en den officier van gezondheid, volgde het voetpad over eene waterscheiding naar de vlakte van Padang, bezocht de in deze vallei gelegene kampongs, daaibij af en toe beschoten wordende, bivakkeerde den 14en te Kota Sanggé en bereikte den 15en Padang. Den volgenden dag werd de waterscheiding naar het stroombed der Tripa overgetrokken, deze rivier doorwaad en voortgerukt naar de groote kampong Pasér, aan den rechteroever gelegen. In deze kampong vereenigde de colonnecommandant zich met het andere deel, den trein onder de luitenants Winter, Chris- toffel en Kempees, die den 14en, langs de Tripa voortrukkende, Pasér na een heftig verzet hadden genomen, waarbij de vijand ruim een 41-tal dooden in onze handen liet en wij een 5-tal niet-levensgevaarlijk gewonden bekwamen. Den 17en werd door prachtig dennenterrein voortgerukt naar Aköl, aldaar gebivakkeerd, vervolgens den 18en de marsch voort gezet langs Sëkoeölön, waarbij te 11 uur een prachtig uitzicht verkregen werd over de eigenlijke vlakte van de Gajó-Loeös: ïecht vooi ons lag op een heuvel de versterking Gëmoejang, i echts de kampong Pëparéq Goïp. Na een zeer fanatiek verzet, waarbij ook vele vrouwen gewapend aan den strijd deelnamen,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1905 | | pagina 252