17 Den 15en Juli werd langs Koeta Galoeng gemarcheerd en 's namiddags Koeta Djoeloe bereiktook hier was de bevolking öf overal weggeloopen öf nam zij eene afwachtende houding aan, zooals in laatstgenoemde kampong het geval was. Hier was de stevige poort gesloten, zoodat de coionnecommandant zich genoodzaakt zag de deur met dynamiet te doen springen om toegang tot het inwendige der koeta (kampong) te verkrijgen. Nadat den 16en Juli de marsch was voortgezet over de boom- looze Toba-hoogvlakte, bezaaid met vele schilderachtig op meestal steile hoogten gelegen, van zeer dikke, gedeeltelijk rotsige wallen voorziene vierkante hoeta's, ontplooide zich vrijwel plotseling voor onze oogen een prachtig panorama: op 1500 M. diepte aan de rechterzijde de vruchtbare in gele en groene tinten wisse lende sawah-vlakte van Bakara, waarin verspreid een groot complex van kleine vierkante kampongs, van elkaar gescheiden door de hel in de zon schitterende takken der Aik Bakaran aan de andere, linkerzijde en grenzende aan het eerste gebied het diep-blauwe Toba-meer, omgeven door een hoog, steil en grillig randgebergte, terwijl in den uitersten linkerhoek het schiereiland Samoair in flauwe lijnen in het verschiet opdoemde; een eenig schitterend uitzicht, dat de geheele colonne met en thousiasme vervulde en versche krachten schonk om de steile daling van 1500 M. naar de Bakara-vlakte te aanvaarden. Aan het strand werd gebivakkeerd en van de gelegenheid tot baden in het heerlijke Toba-meer ruimschoots gebruik gemaakt; voeg daarbij dat 's namiddags weer een groote hoeveelheid rijst kon opgekocht en verdeeld worden, verder dat de bevolking der omliggende kampongs met allerlei eet- en handelswaren kwam aandragen, zoodat in korten tijd een levendige en zeer vriend schappelijke ruilhandel gevoerd werd, en men kan zich voor stellen, dat de zware vermoeienissen der vorige dagen spoedig vergeten waren, terwijl de psychische stemming der colonne zeer belangrijk verbeterde door het vooruitzicht binnen enkele dagen weer te zullen terugkeeren in beschaafder en vriendschappelijker streken, waar de karabijnen verder met rust gelaten konden worden. Een gids, den colonnecommandant toegezonden dooi den controleur Dekker van Baligé, leidde ons den volgenden dag langs een steil en vermoeiend pad tegen een 500 M. Bijl. 15 2

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1905 | | pagina 259